— 227 —
558[1], eene groote kerk ter eere van den Saligmaker en den heyligen Servatius bouwde, latende zyne goederen tot onderhoud der geestelijkheid dezer stichting. Het was in deze kerk, dat bisschop Lambertus zyne waardigheid uitoefende ten tyde dat Pipinus van Herstal het koningryk Austrasië als hofmeyer regeerde, omstandigheyd die wy hier in het kort zullen verhaalen en die den oorsprongh verleende aan de tegenwoordige stad Luyck, residentieplaats van den Prins-bisschop onzen genadighen mede-souvereyn.
Van geboorte was Pipyn een der voornaamste heeren van Austrasië, houdende als Hofmeyer zyne residentie op het koninghlyk casteel van Jupille, gelegen vier uren van Maastricht, tegen over het dorp Herstal, waarvan hy den naam droegh. De verknoghtheyt die hy met Lambertus had, van welkers raad hy zigh overigens in veele zware zaken bediende, stelde dezen in het geval om meermalen eene reys aan te gaan, die zyne hooghe jaaren en de afgelegentheyd der plaatse moeyelyk maakten. Dit gingh zoo ver dat de bisschop het geraden vond zigh eene verblyfplaats te verkiesen in de gebuurt van Jupille, omtrent het riviertje de Legia, alwaar hy tot geriefder christenen van den omtrek eene bidplaats aanlegde, die oorzaak was, dat weldra een dorp te voorschyn trad, hetwelk den naam van het riviertje aannam, en Leodium of Legia genoemt werd.
- ↑ Gregorius Turonensis, De gloria Conf. C. 72, getuigt ons van zyn land- en tydgenoot, den bisschop Monulfus, dat deze te Maastricht ter eere van St-Servaas, eene zeer groote kerk bouwde en versierde, templum maximum construxit, composuit, ornavitque. Naar aanleiding van het woord composuit, wordt door Heylerhof beweerd, dat Monulfus niet alleen bouwer en versierder, maar tevens bouwmeester dezer kerk zou geweest zijn. Latere schrijvers bevestigen het verhaal van Gregor. Turon. en voegen er by dat de kerk, waaraan men meer dan dertig jaren bouwde, door zyn opvolger bisschop Gondulfus voltooid werd. Zie Annuaire de Maestricht de 1827, p . 104 en J. W . Brouwers . Neêrlands keizerlijk kapitaal, Neêrlands eerste christenkerk, Neêrlands oudste kathedraal, een woord gesproken in "regt voor allen" te Amsterdam, bl. 7.
(J.H.)
