Pagina:Publications de la société d'archéologie dans le duché de Limbourg, volume 1 , 1864.djvu/245

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

— 229 —

den vader van den heiligen had toegehoord, was door Lambertus aan het erfdeel van den H. Petrus geschonken en werd, zoo als meer stichtingen van dien tyd in Gallië, tot godvruchtige gebruycken en byzonder tot onderhoud der kercken en der arme Christenen bestemd[1]. De uytval der zaken liet zien, dat de keuze dezer grafplaats om de overblyfselen van Lambertus teghen de vervolgingen te bevryden eene ingevingh van den Hemel was, want de goederen van St-Pieter stonden onder de beschermingh van den Paus, en genoten alle vryheyd, zoo dat gheene wereldsche maght daarop eenighe jurisdictie konde uytoefenen.

Egydius van Orval, een schryver, die vyf hondert jaaren na dit voorval over deze lyckstatie gesproken heeft, zoude ons wel gaarne doen gelooven dat deze in de kerk van O.L. Vrouwe, te Maastricht, is gehouden, maar vermits Godeschalcus, diaken en kanonik van St. Lambert, schryvende omtrent den jare 770, ende Stephanus 39ste bisschop dezer kerke van haar geen gewagh maken, ja geene deplomata van dezelve tot na de regeringh van Karel den Grooten bekend zyn, zal ik den opbouw der kerke van O.L. Vrouwe onder den zorghvuldigen bisschop Notgerus plaatsen, tydsstip waarin zy dan ook eerst in de


    Zie over de begraafplaats van den H. Lambertus, te St-Pieter, en over diens kapel, welke in 1847 bij gelegenheid der aanlegging van het kanaal van Maastricht op Luik, verstoord werd: Levensbescnrijving van den Heiligen Lambertus door W. Heynen, pastoor te St-Pieter. Maastricht 1850 bl. 69 en een opstel van Alex. Schaepkens over de christelijke graftomben in de: Annales de l'académie d'Archéologie de Belgique, Deel VIII. bladz.410.

    (J.H.) 

  1. Pontifex hac ætate patrimonium in Galliâ divi Petri nomine variis locis multiplex possidebat indigentis ecclesiæ subsidio et pauperum inopiæ solatio. Brouwer ad ann. 594. Men leze over de Luiksche vrije Bannerij St-Pieter, A . Perreau, Recherches sur la Seigneurie de St-Pierre près de Maestricht. Annales de l'Académie d'Archéologie de Belgique. Tom. VI, M. 212— 230.
    (J.H.)