Pagina:Publications de la société d'archéologie dans le duché de Limbourg, volume 1 , 1864.djvu/246

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

— 230 —

plaatselyke documenten te voorschyn komt, zoo als wy later zullen aantoonen.[1]

Wat het lyk van den heyligen verder aanbetreft, dit bleef in vrede rusten tot dat de tyd zoude geboren worden, om hetzelve met luyster te verplaatsen. De schryvers stemmen eenparigh toe, dat de H. Hubertus, nogh in het leven van Pipinus (709), deze translatie gedaan heeft naar het dorp Legia, ende aldaar twee kerken bouwde, de eene ter eere van den H. Petrus, de andere ter eere van O.L. Vrouw ende den H. Lambertus martelaar, stellende in deze laatste zyn bisschoppelyken stoel; reden waarom in het vervolgh het bisdom Luyck, onder den titel van kerke van Sint Marie en Sint Lambert, wordt uytgedrukt.

Dit alles hebben wy moeten aanmerken, om de contestatiën, die plaats gehad hebben omtrent de jurisdictie van den Bisschop binnen Maastricht en elders te kunnen oplossen. Ongetwyfeld heeft de translatie der overblyfsels van St. Lambert en van den bisschopsstoel, den luyster van het dorp Legia doen vermeerderen, zoo door den toevloet der godvruchtige pelchrims, als door het rondloopen der bisschoppelyke inkomsten. En waarachtigh het liep niet langh aan, of men zagh dit kleyn en en eerst min bekend dorp[2] zigh in het openbaar ver-

  1. Over den oorsprong en opbouw der kerk van O.L. Vrouw te Maastricht, stemmen de schrijvers niet overeen. Er zijn er die in deze kerk de overblijfsels van eenen heidenschen tempel zoeken, andere meenen den bouw, andere de herbouwing aan Monulfus (-|-597) te moeten toeschrijven. Onze schrijver, zich grondende op de stilzwijgendheid der tijdgenoten en der diplomen, stelt deze opbouwing in de Xde eeuw, onder het bestuur en der zorgvuldigen bisschop Notgerus. Zoodat men bij dit geval, gelijk bij duizende anderen, de waarheid zal moeten erkennen van het spreekwoord: du choc des opinions nait souvent l'obscurité. Alleen is men eenparig om te getuigen, dat de geschiedenis dezer kerk zeer duister is, en dat alle pogingen, om het juiste tijdstip harer bouwing te vinden, tot hieraan zonder vruchten zijn gebleven. Zie: Pèlerin, bl. 199. Fisen, lib. I, § 24. Heylerhoff: Annuaire de Maastricht pour 1827. Eugène Gens: Les Monuments de Maestricht, bl. 75.
    (J.H.) 
  2. Villa parvi adhuc nominis: Godeschalcus in vita SstLamberti.