Pagina:Publications de la société d'archéologie dans le duché de Limbourg, volume 1 , 1864.djvu/278

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

— 260 —

Ik begryp heel goed, dat deze zienswyze het gevoelen van een ieder niet zal medeslepen, dogh byaldien men gelieft te overwegen, dat van Hendriks tyden af, de keyzers deze kerk hebben erkent als een capittel met proost en deken, hebbende jurisdictie op en over haar clooster, en sprekende reght over hare suppoosten[1], dat de ryksvorsten finaal hebben geoordeeld over de exemptien harer dorpen in het graafschap gelogen[2], en dat de Paus haar eene uytgebreyde geestelyke jurisdictie heeft verleent[3]; ja, dat de keysers, sedert dien, de advocatie (nu proostdy genoemt), vergeven hebben; zoo zullen wy welhaast dit gevoelen aannemen, en ons by het aanschouwen der keyzerlyke adelaars, die op den toren preyken, dit feyt dikwyls herinneren.

Ik zal dus voor al 't geen myn voorwerp aanbelangt vaststellen, dat sedert dien tyd de kerk of kapittel van St-Servaas, met alle hare dorpen, supoosten en dependentiën van het graafschap Maastricht is gesepareert geweest, en zal overgaan tot het onderzoek der dorpen van dit capittel, die alsdan in het district van het graafschap gelegen waren. By het doorloopen der reeds aangehaalde diplomata vinde ik deze tezyn: het dorp Heer[4], het dorp Vlytingen[5], het dorp Ellicht[6], den cloosterlijken cingel[7] en de Commer van St-Servaas.

Bij dezen voegende het dorp Maastricht, alreets ten voordeele van den bisschop van Luyck, van het graafschap gescheyden, zoo zal men vinden dat, na de geëffec-

  1. Dipl. Henrici V, ind 2à. 1109. In archivis St-Servatii.
  2. Dipl. Frederici I, ind. 7a, 1174. In archivis St-Servatii.
  3. Bulla Innoc. II, 2a cal. Apr.. 1139. In archivis St-Servatii.
  4. Dipl. Frederici I, ind 7a, 1174 In archivis St-Servatii.
  5. Dipl. Conrardi II, ind 9a, 1146. In archivis St-Servatii.
  6. Dipl. Henrici IV, ind. 10a, 1087. In archivis St-Servatii.
  7. Dipl. Henrici V. ind. 2a, 1109
    De diplomen van 1087, 1109 en 1146 zijn afgedrukt bij Miræus Op. Dipl. Tom. IV .
    (J.H.)