— 343 —
waar op de eerste bladzijde van het doopregister leest men de volgende aanteekening: "Antonius Haeseghius, primus pastor in Geul, visit centum annos pastor, aetatis 125 annorum obiit 1586. Maar deze nota is van eene latere hand, die van pastoor Petrus Thielen (1726-1758), er bij geschreven. Wat meer is, wij vinden in een register van het jaar 1567-1568, aangelegd door zekeren Pieter Reusschen, ontvanger-generaal des konings van Spanje in de drie landen van Overmaas en getiteld: Manuael van den ontfanck en betalingh der Deden enz., dat zekeren Lambert van der Lamen, destijds pastoor te Geul, voor het jaar 1567—1568 in de schatting op de geestelijke renten en goederen werd aangeslagen op 30 fl. en 3 st. br. Zie hier wat wij daaromtrent uit de taxe van het land Valkenberg overnemen: "die pastorye van Goele es getauxeert op XXX gulden III st. bb. solvit VI Octobris XV.LXVII Daus Laurentius van der Lamen, pastor in Goele pro prima medietate hujus sue tauxe, lapsa Egidie proxime preteriti, quindecim florenos stufero cum dimi dio brabantie.—Solvit III Januarii a° XV.LXIX stylo romano idem d. Laurentius pro ultima medietate prefate sue tauxe, lapsa Egydii proxime preseriti, quindecim florenos stuvero cum dimidio brabantie." Laurens van der Lamen was alzoo pastoor te Geul tijdens het leven van Antoon Haeseck. Hij werd in 1585 opgevolgd door Heer Frans Portius, vroeger beneficiant en kapellaan te Beek (1572). Deze werd op zijne beurt vervangen door Heer Petrus Nagels, die in 1615 als pastoor van Geul verschijnt en als pastoor van Limbricht overleden is. Twee pastoors zijn dus te Geul in functie ten tijde dat Haeseck er zijn herdersambt had moeten uitoefenen.
Ook de omstandigheid, dat in de woonplaats van Haeseck gedurende vijftig jaren het H. Vormsel niet meer zou toegediend zijn geworden, kan op Geul niet worden
