Pagina:Reize door de majorij van 's Hertogenbosch.djvu/152

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
( 140 )

eene Provincie, wijl zij natuurlijk meer moest opbrengen als Provincie, dan als een Generaliteits-land, zoo als men het plagt te noemen, want zij is geen Land, dat zwaare belastingen kan draagen, en altijd heeft zij geklaagd, dat zij te veel moest opbrengen.

2. "Hoe is men op dat denkbeeld gekomen?" – Eenige luiden, die even zoo weinig wisten van Regeeren, van 's lands Historiën, enz. als eene Koe van ſaffraan eeten, gelijk men in de Majorij zegt, wierpen zich op als Volksvertegenwoordigers, namen hunne zitting te Tilburg, gaven daar wetten, en het Volk was dwaas genoeg, verbeeldende zich het nu gewonnen te hebben, (want eene Provincie te zijn, klinkt mooi) om dezelve als zijne Regeerers te erkennen. – Hadden die luiden zich toegelegd, om de misbruiken, waarvan zij zoo hoog opgaven, weg te neemen; of om knevelaarijën, waaröver zij, als zij bij het Volk waren, zoo ſterk ſchreeuwden, weg te ruimen – waren dan hunne poogingen niet lofwaardig geweest – ? –

3. "Zijn de Majorijënaars wel geſchikt, om hunne eigene Vertegenwoordigers of Regeerers te kiezen?" – Op dit ſtuk kan ik veel antwoorden, want ik heb dit ſtuk naauwkeurig onderzocht. – Neen! zij zijn 'er niet toe geſchikt, want de verëischtens, waaröp zij alleen zien, zijn de volgende: dat iemand die verkoozen word, wel moet kunnen zwetzen, en eene groote opgaave doen van de onderdrukkingen, in voorige tij-