Pagina:Reize door de majorij van 's Hertogenbosch.djvu/65

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
( 53 )

Celtisch, en dan is ot, hot zoo veel als goed en dus regt, dan – ik geef dit om een beter. – Eindelijk kwam ik te Geldorp. Dit Dorp, het geen vrij regelmaatig, tegen de overige Majorijſche Dorpen gerekend, doch met veele zeer ſlechte huizen bebouwd is, vind zijn beſtaan in het maaken van wolle lakenen, welke 'er vrij goed geweeven, en dikwijls voor Leidſche lakenen verkocht worden. Geldorp zou een welvaarend Dorp weezen, wanneer de Inwooners 'er beter orde op hunne zaaken ſtelden, doch de coffie en jenever (mannen en vrouwen gebruiken deeze dranken zonder onderſcheid in eene vrij groote hoeveelheid) verſlinden hier ontzaglijk veel tijd en geld. – Het Kasteel van deeze plaats is niet ſchoon, doch het ſchijnt oud te weezen. Men ziet op hetzelve een klein kamertjen, waaröp de laatſte Bisſchop van den Bosch, Masius, toen deeze Stad door Fredrik Hendrik was ingenomen, in het geheim zijne ſchuilplaats hield; hij had hier ook eene ſoort van Kapel, waar hij daaglijks in ſtilte de mis las. – Hij is diezelfde Masius die zich liet uitſchilderen, ſtaande tusſchen Jesus en Maria, met dit bijſchrift:

In medio poſitus, quo me vertam nescio.

Een ander, die beter dacht, dan deeze Bisſchop, ſchreef 'er onder:

Zot! keer u tot God!!

Men
D3