gezelſchap, dat niet anders deed dan zoutelooze geſprekken te voeren, rooken, drinken of ſpeelen, en ging dus ſpoedig heenen. Gevallig kwam ik nog dien zelfden avond in gezelſchap van eene Roomſche Burgeres, Jufvrouw of Mevrouw (wat weet ik het wie zij was); zij legde haare verfoeilijke vervolgzucht zeer duidelijk aan den dag, zeggende: "Dat men de Geuzen moest dwingen, om Katholijk te worden." "Neen, zeide eene andere, dit behoeft niet, zij moeten met 'er tijd wel van zelf bij ons in de Kerk komen." – De eerſte hervatte: "Dit is zoo! zij raaken nu alle hunne Kerken kwijt, hunne verd...... Predikanten krijgen na derdehalf jaar geen tractement meer, dan gaan zeker alle Geuzen heen, en dat zal eerst plaiſierig zijn, om niet meer onder dat vee te zitten." – "Hola!" zeide ik (mijn geduld liep ten einde) eenigzints glimplagchende, "gij zult misſchien eer bij de Geuzen in de Kerk moeten komen dan zij bij u." – Zij: "Nog veel liever wilde ik mij met vier paarden laaten van één rukken, dan dat ik Geus zou worden." – Ik: "Waaröm wilt gij niet veränderen? en gij wilt anderen dwingen, om tot uwen Godsdienst over te gaan; overtuig de Geuzen, dat uwe Religie beter dan de hunne is, en zij zullen de uwe dan gaarne omhelzen, doch dit kunt gij niet, want waarlijk alles in uwen Godsdienst ſtrijd tegen het gezond menſchenverſtand." – Terſtond kwam 'er ſtilte, en ik ging heen, want ik
Pagina:Reize door de majorij van 's Hertogenbosch.djvu/93
Uiterlijk