Pagina:Ricardo en Marx (Verrijn Stuart 1890).djvu/44

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

28

Vanwaar dan die voorkeur voor den arbeid, als het niet is, omdat Smith op hem, als op den oudsten van alle produc- tiefactoren, een bijzonderen nadruk had gelegd?

Ricardo heeft een universeeler waardetheorie gegeven dan Smith; aangaande de waarde der monopoliegoederen en van den bodem vindt men bij Ricardo denkbeelden, die men te vergeefs bij Smith zal zoeken, en ook de toevoeging, dat het de productiekosten onder de minst gunstige productievoor- waarden zijn, die de waarde van het product bepalen, is een oorspronkelijke en belangrijke verbetering van Smith’s waar- deleer, die verwijst naar de latere Grenznutzentheorie 1), maar in het wezen der zaak hebben beiden dezelfde waarde- theorie gehuldigd. Beiden zochten zij den oorsprong der ruil- waarde in de productiekosten 2).

Smith leefde in een tijd, waarin men gaarne verschijnselen van het maatschappelijk en staatkundig leven zag teruggevoerd tot een maatschappij onzer oervaders; men herinnere zich den grooten opgang dien Rousseau’s Contrat Social maakte. Vandaar dat hem de lust te machtig werd, om de juistheid van zijn waardeverschijnsel te toetsen aan een praehistorische maatschappij, waarin nog geen eigendom bestond; en zoo kwam hij er toe om den arbeid bron van alle waarde te noemen 3).


recht der kapitaalrente volkomen erkende. Zeer juist schrijft von Wieser (Nat. Werth VD): «nur wenn der Zins eine Sache ist die ohne Zweifel gut ist, kann man so über ihn hinweggehen wie Ricardo ».

1) Zie omtrent deze toevoeging Pierson Leerboek I 309.

2) Aan het slot van zijn « Principles » formuleert Ricardo deze stelling nog eens met grooten nadruk tegenover Say en Lord Lauderdale, die gewezen hadden op de beteekenis van de wet van vraag en aanbod: The prices of commodities which are subject to competition, and whose quantity may be increased in any mode- rate degree, will ultimately depend, not on the state of demand and supply, but on the increased or diminished cost of their production.» (Principles p. 234.)

3) Held (Sozialismus p. 52) zegt: «wenn Adam Smith sagte, dass aller Werth

durch Arbeit und zwar durch die menschliche Arbeit als solche entsteht, so lag