Pagina:Ricardo en Marx (Verrijn Stuart 1890).djvu/52

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

36

de ruil geboren wordt, kwalijk bij de ruilende partijen iets anders dan min of meer welbegrepen eigenbelang veronder- stellen. En dit ruilmotief nu laat ons op het standpunt der kostentheorie ‚ en meer nog op dat der arbeidstheorie gelijk Marx haar formuleerde, jammerlijk in den steek. Men moet meer waarde inruilen dan men weg geeft, en volgens de arbeidstheorie stemt de waarde van elk goed zeer precies overeen met den te zijner productie , maatschappelijk noodza- lijken arbeidstijd”, Deze waarde moet dus uit den aard der zaak voor allen gelijk zijn; had een product voor den een meer waarde dan voor den ander dan zou dit meerdere volkomen onverklaard en onverklaarbaar zijn.

En Marx kan hier niet tegen aanvoeren, dat van twee zaken de ruilwaarde wel gelijk kan zijn, waar hun gebruiks- waarde voor verschillende individuen verschillend is. Immers, gelijk wij hierboven zagen, wordt volgens Marx zoodra goe- deren aan het ruilverkeer deelnemen, van hun gebruikswaarde, die uitsluitend met de consumtie der goederen te maken heeft, geabstraheerd. Ruilwaarde en gebruikswaarde hebben voor hem niets met elkaar gemeen.


economie zoodoende het gemakkelijk wapen in de hand, om deze richting aan- sprakelijk te stellen voor wat haar eerste beoefenaars misdeden. Men neme slechts de rede, door Brentano bij de aanvaarding van het hoogleeraarsamt te Weenen gehouden, ter hand, om te zien met hoeveel talent de historische school dit, natuurlijk ten onrechte gevoerd, wapen weet te hanteeren. Zie L. Brentano «die Klassische Nationalökonomie » Leipzig 1888.

1) De ruilwaarde verleent volgens Marx aan de goederen zelfs een « Fetisch- karakter". De plaats, waar dit geconstateerd wordt (Kapital 39 v.v.), worde als curiosum hier ingelascht. «Eine Waare scheint auf dem ersten Blick ein selbstverständ- liches, triviales Ding. Ihre Analyse ergiebt, dass sie ein sehr vertracktes Ding ist, voll metaphysischer Spitzfindigkeit und theologischer Mucken. Soweit sie Gebrauchs- werth, ist nichts mysteriöses an ihr, ob ich sie nun unter dem Gesichtspunkt betrachte, dass sie durch ihre Eigenschaften menschliche Bedürfnisse befriedige , oder diese Eigenschaften erst als Produkt menschlicher Arbeit erhält. Es ist sin- nenklar, dass der Mensch durch seine Thätigkeit die Formen der Naturstoffe

in einer ihm nützliche Weise verändert. Die Form des Holzes z. B. wird verän-