Pagina:RomeinscheGeschiedenissen1.pdf/292

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen


240ROMEINSCHE

I.
BOEK
IV.
HOOFDST.
De Saby-
nen versla-
gen.
der eene sterke bezetting binnen deze muuren agterliet.(1)



Te vergeefsch vernieuwden de Sabynen hunne vijandlijkheden, derzelver vereenigde magten konden de Romeinsche wapenen niet wederstaan, en ter naauwer nood eenen eerlijken vrede bedingen.



De Vejers
te onder
gebragt.
De Vejers bezuurden hunnen dubbelden afval met eene dubbelde nederlaag, en gaven slechts hunnen vijand gelegenheid, om twee maal op hunne overwinning te zegepraalen.

De Volscers
voorko-
men hunne
nederlaag.
Eensgelijks zouden de Volscers de Romeinsche legervaanen op hunne muuren hebben geplant gezien, indien derzelver grijsaarts niet om den vrede gesmeekt, en de uitlevering der genen, die aan deze vijandlijkheden, door hunne strooperijen, schuldig waren, benevens eene vergoeding van schade, beloofd hadden.(2)



Stadsver-
beteringen
en ver-
meerde-
ring.
Hoe zeer zulk eene aanhoudende onrust van buiten het plan zijner regeering bestreed, om zijn Volk inwendig gelukkiger te maaken, nooit echter verloor Ancus hetzelve geheel uit het oog. Zich door

(1) Dion. hal. L. III. p. 179, 180.
(2) Ibid. p. 180, 181, 182.