Deze pagina is proefgelezen
- Meermaals gebeurt, — zij allen melden toch:
- Een turksche scheepsmagt zet naar Cyprus koers.
Doge.
- Ja, wel beschouwd, is dit zeer mogelijk;
- Berusten kan ik in de dwaling niet,
- Maar hou de hoofdzaak toch voor uitgemaakt,
- En ducht gevaar.
Matroos. (Buiten.)
- Halo! Halo! Halo!
Een dienaar leidt eenen matroos binnen.
Dienaar.
- Een bode van de vloot.
Doge.
- Welaan, wat nieuws?
Matroos.
- Het Turksche smaldeel zeilt op Rhodus aan:
- Zoo luidt mijn boodschap aan den hoogen raad,
- Van Signor Angelo.
Doge.
- Wat dunkt u van die wending?
le Sen.
- 't Kan niet zijn,
- Getoetst aan 't oordeel; 't is een schijnvertoon
- Om ons te strikken: houden wij in 't oog
- Het groot gewigt van Cyprus voor den Turk;
- En overweegt men van den andren kant,
- Hoe zeer 't hem boven Rhodus komt te stade,
- En hoeveel ligter hij 't verovren kan,
- Dewijl het minder sterk is toegerust,
- En alle noodweer mist en zekerheid,
- Die Rhodus rondom schut: wie dit bedenkt,
- Die acht den Turk zoo onbedreven niet,
- Dat hij, gemaklijk voordeel en gewin
- Verzuimend, 't naastgeleegne spaart voor 't laatst,
- Om noodloos zich te storten in gevaar.
Doge.
- Neen, zijt verzekerd, Rhodus zoekt hij niet.
Dienaar.
- Hier is meer nieuws.
Een renbode komt binnen.
Bode.
- De Muzelmannen, eerbiedwaarde heeren,