Deze pagina is proefgelezen
- Met zijne zwakheid. Ben ik dan een schurk,
- Wanneer ik Gassio het regte pad
- Wijs naar zijn heil! ö Godsdienstleer der hel!
- Wen duivlen tot de zwartste zonde lokken,
- Vertoonen ze eerst een' schijn van heiligheid,
- Als ik nu. Want terwijl die goede hals
- Bij Desdemona smeekt om zijn herstel,
- En als zij bij den Moor met warmte pleit,
- Drupple ik hem peststof in zijn oor; — ik zeg,
- Dat zij hem weerroept om haar zingenot;
- En naar gelang zij hem poogt goed te doen,
- Verliest zij haar vertrouwen bij den Moor.
- Zoo maak ik hare deugd als pik zoo zwart,
- En brei uit haar goedaardigheid een net
- Dat allen zal omstrikken.
RODRIGO treedt op.
- Hoe? Rodrigo?
RODRIGO.
- Ik hen hier mede ter jagt, niet als een hond die
- jaagt, maar als een die slechts meêblaft. Mijn geld
- is bijna ten eind; deze nacht ben ik helder afge-
- rost, en ik denk, het slot zal wezen, dat ik voor
- mijne moeite eenige ondervinding krijg, en geheel
- zonder geld, en met niet veel meer verstand, naar
- Venetiën terugkeer.
JAGO.
- Hoe arm zijn zij dien 't aan geduld ontbreekt!
- Wat wonde die niet trapsgewijs genas?
- Gij weet, hier werkt verstand, geen wigchelkracht:
- 't Verstand nu vordert tijd, die langzaam spoedt.
- 't Gaat immers wel? Cassio heeft u geslagen;
- Gij, ligt gekrenkt, hebt Cassio gekasseerd.
- Hoeveel er ook moog' rijpen door de zon,
- Toch rijpt het eerst de vrucht die 't vroegste bloeit.
- Een wijl geduld slechts. Hemel! de uchtend graauwt: