Naar inhoud springen

Pagina:Shakspeare, Othello de Moor van Venetië, vert. Jurriaan Moulin (1836).pdf/57

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
Bij lust en arbeid schijnen de uren kort.
Verwijder u; ga thans naar uw kwartier:
Ik zeg, ga heen; ge ervaart na dezen meer:
ô Ja, ga heen.
(RODRIGO af.)
Twee dingen staan te doen; —
Mijn vrouw stemm' haar meestres voor Cassio;
Waartoe 'k haar nopen zal;
Ik-zelv' neem middlerwijl den Moor ter zij',
En breng hem juist terug om Cassio smeekend
Bij zijne gâ te vinden. — Voorwaarts dan!
Geen laauwheid of verzuim verijdle 't plan.
(Af.)




 

DERDE BEDRIJF.



EERSTE TOONEEL.

Vóór het kasteel.

CASSIO, met eenige MUZIJKANTEN.

CASSIO.

Mijnheeren, speelt hier; 'k zal uw moeite loonen:
Iets korts, den generaal tot morgengroet.

De Nar treedt op.

Nar.

Hoe is 't heeren, zijn uwe instrumenten naar Napels geweest, dat ze zoo door den neus praten?

1eMuzijk.

Hoe zoo, vriend, hoe zoo?

Nar.

Noemt men dit, als ik vragen mag, blaasinstrumenten?

1eMuzijk.

Voorzeker ja, mijnheer.

Nar.

Hier is geld voor u, heeren : en de generaal heeft zooveel welgevallen in uwe muzijk, dat hij u om