Deze pagina is proefgelezen
DESDEM.
- Eilieve, doe dat. Wis een zaak van staat; —
(Jago af.)
- Iets uit Venetië, of een onrijp komplot
- Op Cyprus, dat men hem verraden heeft,
- Ontrust zijn heldren geest: in zulk geval
- Zoekt 's menschen drift het soms aan kleinigheên,
- Schoon 't groote dingen geldt. Zoo is het juist,
- Doet ons een vinger pijn, het deelt zich meê,
- En zelfs gezonde leden voelen smart.
- Men moet bedenken, mannen zijn geen gôon;
- En 'k heb geen aanspraak op opmerkzaamheid
- Als in mijn bruidsstaat. Ja, bekijf me, Emilia,
- Reeds had ik, onregtvaardige die ik ben,
- Zijn barschheid haast veroordeeld in mijn hart,
- Doch nu, bemerkend dat ik heb gedwaald,
- Vind ik die aanklagt valsch.
EMILIA.
- God geve 't zij een staatszaak, als ge denkt,
- Geen achterdocht, of een jaloersche gril,
- Die u betreft.
DESDEM.
- Helaas! ik gaf hem nimmer grond daartoe.
EMILIA.
- Zulk antwoord brengt jaloerschen niet tot rust;
- Hun jaloezij steunt op geen reên altoos;
- Zij zijn jaloersch omdat ze 't zijn: het is
- Een monster dat zich—zelf heeft voortgebragt.
DESDEM.
- Bewaar, ô hemel, mijn Othelloos ziel
- Voor zulk een monster!
EMILIA.
- Amen, eedle vrouw.
DESDEM.
- Ik ga hem zoeken. — Cassio, blijf hier:
- Uw zaak, vind ik hem handzaam, drijf ik door,
- En waag het uiterste om hem te bewegen.
CASSIO.
- Ik dank u nederig, mevrouw.
(DESDEMONA en EMILIA af.)
BIANCA treedt op.
BIANCA.
- Gegroet, vriend Cassio.