Pagina:Sprookjes uit de nalatenschap van Moeder de Gans.pdf/138

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen
120

van dezen tijd afaan met elkander steeds in vreugde en vergenoegdheid, tot aan hunnen dood. De booze moeder werd in een vat geworpen, waarin haar giftige slangen verslonden, tot straf voor hare logens en lasteringen.

 

 

De witte slang.


Er leefde eens een machtig en wijs koning, die zich elken middag, nadat de tafel opgeruimd en als niemand meer aanwezig was, van een zijner voornaamste dienaren een overdekte schotel brengen liet, waarvan hij geheel alleen at, en welke hij daarna ook zelf wederom toedekte, zoodat niemand wist wat daarin verborgen was. Nu geschiedde het, dat de bediende, nadat hij den schotel van den koning terug ontvangen had, zijne nieuwsgierigheid niet langer kon weêrstaan. Hij nam den schotel in zijne kamer met zich, opende dien en vond er eene witte slang in liggen. Toen hij deze aanzag, bekroop hem de lust om er een stukje af te snijden en op te eten. Nauwelijks had hij dit stukje op zijne tong gebracht, of hij kon duidelijk hooren wat de musschen en andere vogels voor het venster tot elkander spraken. Hij merkte nu weldra, dat hij door de kracht van dit stukje slang de dieretaal had leeren verstaan.

Juist op dezen dag gebeurde het, dat de koningin eenen van hare schoonste ringen had verloren, en men