Deze pagina is proefgelezen
Bladz.
III. HOOFTSTUK. Eerste opstand der Negers en deszelfs oorzaaken. — Elendige staat der Volkplanting. — Gedwongen vrede met de Muitelingen. — Muitery der Zee-Soldaaten. Matroozen, enz. |
78 |
IV. HOOFTSTUK. Eene korte tusschenpoozing van overvloed en vrede. — Nieuwe opstand, welke groote nadeelen, en byna den ondergang der Volkplanting veroorzaakt. — Monstering van het Krygsvolk tot derzelver verdediging. — Gevecht tusschen dezelve en de muitelingen. — Goed gedrag van eene bende Negers. — Aankomst der Zee-Soldaaten van den Colonel FOURGEOUD. |
104 |
V. HOOFTSTUK. Het toneel verandert. — Beschryving van eene schoone Slavin. — Manier om door Surinamen te reizen. — De Colonel FOURGEOUD neemt den loop der Rivieren op. — Barbaarsheid van eenen Planter. — Elendige behandeling, welke zommige bootsgezellen ondervinden. |
120. |