Pagina:T. van der Laars - Wapens, vlaggen en zegels van Nederland, 1913.pdf/213

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
6. „Vlaggentooi op Zee”.

Hiervoor is gekozen „De Halve Maen” die door de Kamer van Amsterdam der Vereenigde Oost-Indische Compagnie in 1609 werd uitgerust en 4 April van dat jaar, bemand met 18 à 20 koppen, onder commando van den Engelschman Henry Hudson, de hoofdstad verliet en voor het eerst de rivier opzeilde, die daarna Hudson-rivier werd genoemd. Deze voor Noord-Amerika zoo belangrijke gebeurtenis werd in September 1909 feestelijk herdacht. Door eene Nederlandsche Commissie werd op den 300sten gedenkdag aan het New-Yorksche FeestComité het op deze plaat afgebeelde scheepje, gebouwd tusschen October 1908 en Mei 1909, aangeboden. Aan den top van den voormast van dit scheepje prijkt de rood-wit-zwarte Amsterdamsche stedevlag met het Amsterdamsche wapen, vastgehouden door twee natuurlijke leeuwen met gouden manen, in de witte baan. Aan den middenmast waait de Statenvlag, zijnde een geel doek, waarop de blauw getongde roode Statenleeuw met zwaard en pijlen in blauwe kleur is afgebeeld. Aan den achtermast bevindt zich een oranje-wit-en-blauw of prinsenvaantje en van den achtersteven waait de Orange, blanche, bleue of Prinsenvlag, met het teeken der Amsterdamsche kamer der Vereenigde Oost-Indische Compagnie in het wit, terwijl zich op de boegspriet een gegeerd oranje-wit-en-blauw geusje (klein vlaggetje) bevindt. Deze afbeelding is aangebracht op een oud-Hollandsche cartouche, welke bovenaan draagt het Wapen der „Republiek” benevens de wapens der , , Zeven Provinciën". (Unie van Utrecht). Verder is alles gelegd op een Oranjeboom in goud.

7. „Het Wapen van Suriname" (zoogenaamd West-Indië).

Dit vertoont een zeilend schip. Het hierop afgebeelde is van ongeveer 50 à 60 jaar lateren tijd dan de „Halve Maen". Het wordt geflankeerd door twee inlanders in natuurlijke kleur, versierd met roode veeren en pijlen, welke laatste gedragen worden in een op den rug hangende gouden koker welke met een wit lint om het lichaam is gehangen, alles staande op een wit lint met de spreuk..Justitia, Piëtas Fides" in zwarte letters.

Aan de vriendelijkheid van den heer Schoch heb ik het te danken, dat ik met nog andere gegevens, mij zoo welwillend verstrekt door de Directeuren van den W. I. Maildienst, dit wapen heb kunnen samenstellen. Aan de vriendelijke mededeelingen van den heer S. van Gijn te Dordrecht is het te danken, dat ook in dit werkje konden worden opgenomen de vlaggen der „zes kamers van koophandel" naast welke een plaats hebben gevonden de vlaggen van Suriname, (zoogenaamde vlag van West-Indië) Algemeene O. I. Compagnie, en van de Geoctroyeerde W. I. Compagnie.

Daar van de vlaggen der zes kamers van koophandel geen afbeeldingen voorkomen in gedrukte werken, is iedere belangstellende den heer S. van Gijn dank verschuldigd.

8. Het „Wapen van H. M. de Koningin en van Nederland”.

Hieraan zijn toegevoegd de vlaggen van het Koninklijke Huis, van Nederland van af den aanvang der Republiek tot op heden, van de Admiraliteit der Republiek, der Admiraliteit van Zeeland en van Batavia (de zoogenaamde Oost-Indische vlag). De vlaggen van H. M. de Koningin met het koninklijk wapen in het wit en op den hierbij voorkomenden drijver, en de vlaggen met het oranjevak in de witte baan, waarop eveneens het Koninklijk wapen voorkomt, zijn genomen naar een vlaggenkaart uitgegeven door de firma de Bussy omstreeks 1901. Deze vlaggenkaart vindt men eveneens in werken op scheepvaartgebied.