Pagina:T. van der Laars - Wapens, vlaggen en zegels van Nederland, 1913.pdf/214

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
9. De „Nederlandsche Maagd" zittende in den „Hollandschen Tuin”. Aan dezen Tuin zijn opgehangen de tegenwoordige provinciewapens v. Nederland.

De Maagd houdt in haar rechterhand een lans, waarop is bevestigd de Vrijheidshoed, getooid met oranjelinten. Haar linkerhand rust op een cartouche waarop is afgebeeld het wapen van Nederland. Tusschen de bladeren van den Oranjeboom, waaronder de Maagd gezeten is, is aangebracht het wapen van Prins Willem I, gedekt met de prinsenkroon en omhangen met den keten van de Orde van het „Gulden Vlies”; ter weerszijden daarvan leest men de oud-Hollandsche spreuk „Onder dezen boom rust ik veilig”.

Ook hebben op deze voorstelling nog plaats kunnen vinden de Statenleeuw geplaatst in den „Hollandschen Tuin”, vergezeld van de letters P. P. P. d. i. „Ik Vecht voor 't Vaderland”, en de oud-Hollandsche spreuk „Eendragt maeckt Magt" benevens die van 't Oranjehuis „Je Maintiendrai”.

10. Het Wapen van H. K. H. Prinses Juliana.

Waarvan de tekst op blz. 152 in dit werkje is te vinden.

11. Het geraamte van een leeuw.
12. De Spieren van een leeuw.
13. De afbeelding van een natuurlijke leeuw in heraldieken en klimmenden stand. Deze is genomen naar een bekend afgietsel, waarvan de vervaardiger aan schrijver dezes onbekend is.
14. Bovenaan: een copie naar een Oud-Holl. Renaissance leeuw (zegel); onderaan: een copie naar een Italiaanschen Renaissance leeuw (email); links: een copie naar een Modernen Engelschen leeuw (appliqué): rechts: een Modern Nederlandsch wapen (door T. v. d. Laars.)
15. Bovenaan: Nederlandsch wapen n. beeldhouwwerk (Architect H. P. Berlage Beeldh. L. Zijl).
onderaan links: Nederlandsch wapen naar schilderwerk (Architect Dr. P. J. H. Cuypers.)
onderaan rechts: copie naar Spaansch-Moorsch aardewerk.

De gekleurde afbeeldingen van geraamte, spieren en van den natuurlijken leeuw correspondeeren zoodanig, dat elke zich aan de oppervlakte vertoonende verhevenheid verantwoord kan worden.

De afbeelding naar het geraamte in zwart conté is geteekend door een leerling der Rijks-School voor Kunst-Nijverheid, alwaar in natura het geraamte van eenen jongen leeuw ten dienste van het onderwijs aanwezig is. (Zie fig. 364 en 365). De spieren zijn door denzelfden leerling ontleend aan een afbeelding uit een werk, berustende in de boekerij van het Ontleedkundig Laboratorium destijds zich bevindend in de Joden Breestraat te Amsterdam; (zie fig. 366, 367, 368 en 369); met behulp van deze voorstudiën zijn de drie gekleurde anatomische platen tot stand gekomen. (Zie 11e, 12e en 13e gekleurde plaat.) Het fragment van het Nederlandsche wapen (van voor 10 Juli 1907) is met behulp van het voorgaande tot stand gekomen. (Zie fig. no. 356.)

Om aan te toonen hoe de buitenlandsche artisten, welke zich met de studie der heraldiek hebben ingelaten, zich eveneens op de hoogte der anatomie hebben