Pagina:Tijdschrift voor Wijsbegeerte vol 013 no 001 Grondbegrippen der nieuwe beeldende kunst.djvu/12

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
41
41
grondbegrippen der nieuwe beeldende kunst.

Zoo is de beeldende kunst, de uitsluitend (door ruimte, vorm en kleur) beeldende uitdrukking der aesthetische ervaring, muziek de uitsluitend (door klank en stilte) muzikale uitdrukking van die ervaring.

§ 9. De aesthetische ervaring en de uitdrukking van die ervaring bepalen elkaâr wederkeerig.

§ 10. De uitdrukking van de aesthetische ervaring komt tot stand door verhoudingen.

§ 11. Deze verhoudingen worden bepaald door het uitdrukkingsmiddel van elken kunstvorm.

Het uitdrukkingsmiddel van eiken kunstvorm bestaat uit een actief en een passief deel.

Het bepalen der verhoudingen, — volgens de aesthetische visie, — van het één (het actieve) tot het ander (het passieve) is de voornaamste werkzaamheid der kunstuitdrukking.

§ 12. Geen enkele kunstvorm vermag zijn uitdrukkingsmiddel te overschrijden.

Door binnen de grenzen van het karakteristieke uitdrukkingsmiddel van eiken kunstvorm, de aesthetische ervaring der realiteit, door verhoudingen van het eén tot het ander, vast te leggen, is elke kunstvorm een zuivere en reëele. Door deze grenzen te forceeren of te overschrijden, wordt hij een onzuivere of onreëele.

Zoo beperkt de muziek zich tot haar uitdrukkingsmiddel: klank (actief) en stilte (passief). De componist moet zijn aesthetische ervaringen der realiteit uitdrukken door verhoudingen van klanken tot de stilte.
Zoo beperkt de schilderkunst zich tot haar uitdrukkingsmiddel: kleur (actief) en beeldingsvlak (passief).