Pagina:Tijdschrift voor Wijsbegeerte vol 013 no 001 Grondbegrippen der nieuwe beeldende kunst.djvu/15

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
44
grondbegrippen der nieuwe beeldende kunst.

licht op rug en flanken. Hij ervaart de holten en bulten als plastiek. Het gedeelte van het lichaam tusschen voor- en achterpooten niet in de eerste plaats als buik of borst, maar als spanning. Den grond waarop het beest staat als plat vlak. Hij ziet de dingen niet afzonderlijk, omdat geen speciale kenmerken van het object hem interesseeren. De kunstenaar ervaart het dier met zijn omgeving in een organisch verband. Zet het dier zich in beweging, dan breidt de ervaring zich, als ’t ware, uit. Er ontstaat een zekere kontinuïteit en herhaling van ongelijkmatige bewegingen. De kunstenaar ervaart dit als rhythme. In de ruimte waarin het dier gezien wordt, schijnt het lichaam, — dat in de ervaring van den kunstenaar volstrekt niet als lichaam volgens de natuur meer behoeft te bestaan, — zich door deze bewegingen te vermenigvuldigen. Niet op lichamelijke wijze natuurlijk, niet driedimensionaal, niet zinnelijk, maar op abstracte wijze, in het beeldend voorstellingsvermogen van den kunstenaar.

Dit nu is een aesthetische zienswijze. De aesthetische zienswijze is er een volgens de wetten der beeldende kunst: evenwicht door maat-, kleur-, en ruimteverhouding enz. Wij kunnen dit de aesthetische accenten noemen, welke elk kunstenaar in zijn werk meer of minder, — naar mate het hem om de beeldende kunst en niets anders te doen is, — laat domineeren.
(Zie het hoofdstuk: „Uitdrukking en uitdrukkingsmiddelen van de aesthetische ervaring”).

§ 13. In de aesthetische ervaring gaat het ervaringsobject, naar gelang van de intensiteit dier ervaring, als natuur teniet.
D.w.z. de koe (uit ons voorbeeld) als zoogdier, de koe als voedingsproduct, als handelsproduct, in één woord het koebeest, wordt voor den beeldenden kunstenaar een complex van beeldende (aesthetische) accenten als: kleur- en vormverhoudingen, contrasten, spanningen enz. Dat de geheele omgeving: de grond, de lucht, de ruimte ook tot