Pagina:Tijdschrift voor Wijsbegeerte vol 013 no 001 Grondbegrippen der nieuwe beeldende kunst.djvu/19

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
48
grondbegrippen der nieuwe beeldende kunst.

middelen, — b.v. met het woord, — zou hij dezelfde emotie kunnen opwekken.

Wanneer daarentegen de verhouding van den kunstenaar tot zijn waarnemingsobject een meer of overwegend aesthetische is, zullen de lust- en onlustgevoelens, het betrekkelijke of individueel-menschelijke, plaats maken voor de meer algemeene, aesthetische accenten (zie voorbeeld III). Niet de emotioneele, maar de aesthetische accenten zal hij in het werk laten domineeren [1]. Deze aesthetische accenten om wier groepeering tot ’n eenheid het in de beeldende kunst slechts te doen is, zal hij in de gestalte van den man in lompen (uit ons voorbeeld) overdrijven.
Deze overdrijving geschiedt door het sterker bepalen der ruimte- en kleurwaarden. Niet door invoeling van den toestand waarin het waarnemingsobject zich bevindt, maar juist door het tegenovergestelde, door abstraheering van alle plaatselijke bizonderheid aan het object, zal de kunstenaar meer algemeene, kosmische verhoudingen en waarden als: evenwicht, stand, maat van volumen en ruimte enz., welke door de plaatselijke bizonderheid van het geval bedekt of verhuld waren, blootleggen.

Hier houdt het afbeelden van de realiteit op en begint het aesthetisch uitbeelden eener diepere realiteit, dan die van het plaatselijk bizondere, de kosmische realiteit n.l.
Op deze manier zijn alle kunstwerken, die beteekenis hadden voor de ontwikkeling der beeldende kunst en waarin de kunstaccenten boven alle andere accenten domineeren, ontstaan.

Wil de kunstenaar nog verder gaan, wil hij de aesthetische consequentie aanvaarden en tot het scheppen van de aesthetische idee met uitsluitend aesthetische middelen komen, zoo zal hij voor het waarnemingsobject

  1. Verscheidene werken van Van Gogh kunnen hiervan als voorbeeld dienen.