Pagina:Tijdschrift voor Wijsbegeerte vol 013 no 002 Grondbegrippen der nieuwe beeldende kunst.djvu/10

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
178
grondbegrippen der nieuwe beeldende kunst.

Zoo’n schilderij is dus volgens de natuur en ook weer niet. Hoe komt dit? Dit komt, omdat alles volgens een algemeen aesthetisch plan is gecomponeerd inplaats van volgens een natuurlijk plan. De schilder liet zich meer aan zijn aesthetische bedoeling gelegen liggen dan aan de natuur. Inplaats van het grillig-differente van de natuur te laten domineeren, zoekt hij door een logische rangschikking der figuren en onderdeelen van zijn onderwerp tot de uitdrukking van een algemeene idee te komen. Daarom verwaarloost hij, althans in schijn, de wetten der natuur voor die van de aesthetische idee. Hij gebruikt de natuurlijke vormen slechts als middel om zijn aesthetisch doel te bereiken.

Dit doel is: een harmonisch geheel te scheppen, waarin door gedurige wisseling en opheffing van stand, plaat, maat en beweging der figuren en voorwerpen, een evenwichtige totaal-verhouding, een aesthetische balans bereikt wordt.
Deze aesthetische balans wordt ook inderdaad tot betrekkelijke hoogte bereikt. Tot betrekkelijke hoogte, want de aesthetische bedoeling wordt niet direct kenbaar door het kunstmiddel, maar indirect, verborgen achter de natuurlijke vormen. Noch de kleur, noch de vorm, verschijnen als kleur en vorm op zichzelve, maar als de schijn van iets anders, b. v. van bladeren, glas, lichaamsdeelen, zijde, steen enz.
Zulk een kunstwerk is de uitdrukkingsvorm der aesthetische idee met naturalistische middelen.
Het is ’n aesthetisch-naturalistisch kunstwerk.
Het verwijdert zich van de (uiterlijke) natuur in zooverre het aesthetisch (meer innerlijk) is; het verwijdert zich van de aesthetische idee, in zooverre het naturalistisch is. Het is om zoo te zeggen twee-slachtig, dus niet exact beeldend.

Daar het doel van den beeldenden kunstenaar slechts hierin bestaat: zijn aesthetische realiteitservaring, of