Pagina:Tijdschrift voor Wijsbegeerte vol 013 no 002 Grondbegrippen der nieuwe beeldende kunst.djvu/7

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
175
grondbegrippen der nieuwe beeldende kunst.

in het bizonder de schilderkunst, — tot doel heeft de scheppingsidee tot uitdrukking te brengen op haar speciale wijze, met haar speciale middelen, spreekt het vanzelf dat de scheppingsidee of het aesthetische moment, omtrent welke begrippen wij, ter benadering, de woorden: evenwichtige verhouding, wisseling en opheffing van stand (b. v. horizontalen door verticalen), van maat (b. v. groot door klein) en van proportie (b. v. breed door smal) enz., gebezigd hebben, niet volstrekt te omschrijven valt. Het is juist de taak van den kunstenaar alle accenten der aesthetische idee te beelden. Het is juist de essentieele waarde van het beeldingswerk, dat deze accenten zichtbaar, hoorbaar of tastbaar, dus concreet voor ons verschijnen. Het kunstwerk waarin de aesthetische idee rechtstreeks, d. i. door het uitdrukkingsmiddel der kunstsoort (b. v. klanken, kleuren, vlakken, massa’s, enz.) tot uitdrukking komt, noemen wij daarom exact en reeël.
Wij noemen het exact, tegenover het kunstwerk, dat deze idee met meer of minder vage middelen (b. v. een of ander symbool, een of andere voorstelling met de daarmede in verband staande gevoels- en gedachtenassociaties, een stemming, een tendenz enz.) trachtte uit te drukken.
Wij noemen het reëel, tegenover het kunstwerk, waarin de beeldingsmiddelen niet duidelijk medespreken en ons het werk als de illusie van iets anders dan een uit die middelen opgebouwd geheel doen verschijnen. (B. v. de verven zoo vermengen, dat ze de illusie geven van steen, hout zijde[stofuitdrukking], of in het beeldingsvlak een schijnbare diepte aanbrengen; een schilderij de illusie geven van beeldhouwwerk of architectuur, enz.). Niet deze hulpmiddelen moeten zijn aesthetische ervaring realiseeren, maar het beeldingsmiddel zelve: de kleuren, het marmer, de steen enz. Moet de kunstenaar zich van dergelijke hulpmiddelen bedienen, zoo kunnen wij er zeker van zijn, dat datgene wat slechts tot het essentieele van het kunstwerk behoort: de realisatie van de scheppingsidee, er door vervaagd wordt.