Pagina:Tweede reize door de Majorij van 's Hertogenbosch.pdf/129

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
( 109 )

rust. Misſchien heeft de een of andere domme Monnik, het woord Oede niet kennende in de betekenis van Woest of Wild, 'er eene Sanctinne van gemaakt, op deeze wijze zijn immers veele Roomſche Heiligen in de waereld gekomen[1]? In Duitschland vind men veele plaatzen, die uit dit woord zijn ſaêmgeſteld, als: Oedenburg, Odenkirchen en anderen. Of – zouden die ook al naar deeze Heilige Oda genoemd zijn? Is dit wel waarſchijnlijk? – Zijn 'er misſchien ook meer Sinte's van dien naam geweest? – Waaröm noemde men dit Dorp naar Oda niet liever Oden- of nog beter Odarode? Maar ſtil eens! laat mij niet te veel vraagen! Misſchien weet ik 'er al wat op: St. Oda droeg misſchien ook wel den naam van Oeda, dus is het hetzelfde of men Oden- of Oedenrode zegt. Dit is wel uitgevonden, niet waar? – Doch laat mij voordgaan: Oedenrode zou in voorige tijden een Graafſchap geweest zijn, en Hilvaris, eene zekere hier gewoond hebbende Graavin (andere noemen haar eene Dienstmaagd van Oda; dit is maar een klein verſchil. – Of kan dit ſamengaan?) zoude hier de Kapittel-Kerk, benevens een Collegie van negen waereldlijke Kanonniken geſticht hebben; in deeze Kerk zou eertijds haar Grafſchrift geweest zijn, beſtaande in rampzalige Latijnſche Monniken-versſen. – Hier is het:

Ne-
  1. P. Hofstede, Over het klein getal der echte Martelaars, El: 24 volgg.