Pagina:Tweede reize door de Majorij van 's Hertogenbosch.pdf/250

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
( 230 )

met de Roomſchen omtrent de Kerk geſlooten, op dat de Predikant in zijne Pastorie zou kunnen blijven; maar op welke wijze en onder welke voorwaarden? – dit kan ik niet bepaalen, want alles word zeer verſchillend verhaald, en ik wil U niets, Mijn Heer! dan echte waarheid toezenden. 'Er is hier thands een Roomſche Drost, zijnde een Wever, en ook een Roomſche Schoolmeester.

De Predikant van Deurne is reeds uit de Pastoriewoning naar een ander Huis, het geen hij nog gelukkig van eene Hervormde gehuurd had, anders had hij op de ſtraat moeten blijven zitten, moeten verhuizen, en in de Pastorie woonen nu Negen Nonnen met haaren Pater uit het geweezen Klooster te Keizersbosch. – De Pastorie is nu geheel en al verbeterd; Timmerlieden, Metzelaars, Verwers, alles moest aan 't werk, om dezelve netjens voor de Nonnetjens in orde te brengen. Sedert de komst der Franſchen heeft, de Regeering van Deurne, die geheel Roomsch is, zelfs de hoogstnoodige verbetering niet aan de Pastorie willen laaten in het werk ſtellen, alhoewel 'er de Predikant dikwijls om verzocht had; en evenwel moest hij jaarlijks zestig Guldens Huishuur betaalen. – Gemelde Predikant en zijne Echtgenoote hebben bij en voor hunne verhuizing zeer veele omäangenaamheden, te lang om ze U mede te deelen, van die fijne Zustertjens, haaren Pater, vooräl ook van den dommen Deurneſchen Priester moeten verdraagen, en wel ſtilzwijgende, omdat alles met bedreigingen (ten

min-