Pagina:Van Eeden, Grassprietjes (1887).pdf/55

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
Vinger Gods, wat zijt gij groot!
Zelfs van 't waar geloof ontbloot
Brengt toch 't geestelijk gewaad
Dichterzegen, vroeg of laat:

Zie daar dat verdoolde schaap dan,
Zie dien armen dichter Schaepman:
In het duister tast hij rond,
Toch spreekt verzen nog zijn mond.

Hoor ook pástoor Brouwers' lied!
Ach! het rechte wordt het niet...
Waarlijk, ik voor mij verkies
Nog.... Jeronimo de Vries.
.

Waarom legdet gij, de Veer!
't Zieleherders-ambacht neêr?
Ach! gij hadt het moeten blijven.
Stellig zoudt gij beter schrijven!

Zie! in alles van uw hand
Proeft men nog den Predikant:
Wie zich eens den Heere gaf,
Komt zoo gauw niet van Hem af.

Kranten, politiek, en zoo,
Laat dat over aan de Koo,
Die, te ver reeds afgedwaald,
Tóch den hemel niet meer haalt.