Pagina:Van Eeden, Grassprietjes (1887).pdf/56

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
Verder reikt uw vleugelslag
Dan de Nieuwtjes van den Dag....
Keer de Veer! o keer, ai keer
Tot den dienst des Heeren weêr!

Kuyper is wel Predikant,
En schrijft tevens in een krant —
Maar die heeft zoo'n vreemd idee
Van zijn plicht als dominé.

Zeker is hij groot en knap,
Maar het Christ'lijk leeraarschap
Drijft hij wel wat oorlogzuchtig,
Wat rumoerig en luidruchtig....

Need'rig zij de dienaar Gods,
Wars van ijdelheid en trots!
Neen! op politiek gebied
Past de knecht des Heeren niet.

Laat dat schrijven bits en fel,
't IJdele professorspel!
Wellicht dan de Heer u gunt,
Dat ge verzen maken kunt.

God! waar kent uw goedheid palen!
Zij zelfs, die het vrees'lijkst dwalen,
Schenkt gij nog, van tijd tot tijd,
Zuiv're dichterzaligheid: