Deze pagina is proefgelezen
Zorg heeft ieder — maar op aarde
Is 't geluk steeds weggelegd
Voor wie dankbaar wil aanvaarden,
Wat hem God heeft toegezegd.
Is 't geluk steeds weggelegd
Voor wie dankbaar wil aanvaarden,
Wat hem God heeft toegezegd.
Ook mijzelf, naast veel verblijden
Viel veel bittre smart ten deel,
Veel miskenning, lichaamslijden,
Klappen in mijn finantieel.
Viel veel bittre smart ten deel,
Veel miskenning, lichaamslijden,
Klappen in mijn finantieel.
Zou ik daarom morren, klagen?
Neen ! — bestendig dank ik God
Wachtend op de beetre dagen,
'k Zoek de lichtzij van mijn lot.
Neen ! — bestendig dank ik God
Wachtend op de beetre dagen,
'k Zoek de lichtzij van mijn lot.
's Zomers als de bloemen bloeien
Ga ik wandlen met mijn vrouw,
Waar de koeien vreedzaam loeien
In de groenende landsdouw.
Ga ik wandlen met mijn vrouw,
Waar de koeien vreedzaam loeien
In de groenende landsdouw.
'k Zie den noesten landman ploegen,
Hijgend, zweetend, blij te moe,
't Vogeltje vol vergenoegen
Kweelt den Heer een loflied toe.
Hijgend, zweetend, blij te moe,
't Vogeltje vol vergenoegen
Kweelt den Heer een loflied toe.
Door de lachend malsche beemden
Blinkt de lieve zonneschijn,
O, wien zou 't dan niet bevreemden
Dat er ontevreednen zijn!
Blinkt de lieve zonneschijn,
O, wien zou 't dan niet bevreemden
Dat er ontevreednen zijn!