Naar inhoud springen

Pagina:Van Vloten, Nederlands schilderkunst van de 14e tot de 18e eeuw (1874).pdf/12

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

stelling, hoe onmisbaar op zich zelf, strekken toch vooral om die kleuren als binnen hare perken te houden, er de harmonische speling van te leiden en bepalen.

Bonifacius, de bekende Apostel der Friezen, wist dus ook wel wat hij deed, toen hij vraagde, dat men hem op zijn bekeeringstocht een met goud en kleuren versierd handschrift zou zenden, opdat de text der heilige bladen op ’t zinnelijk oog en gemoed zijner bekeerlingen des te krachtiger werken zou. Schilderwerk, in schrift en op den tempelwand, strekte zoo tot een welkomen steun bij de eerste prediking der Kristenleer in de nederlandsche wouden en dreven, gelijk elders in Germanje, en op ’t voetspoor van wat er reeds vroeger in Brittanje meê bewerkt was[1]. Doch niet in dezen ruwen staat slechts, en op geheel andere wijs nog, spreekt het levensvolle schilderkunstwerk tot de mensch, en ziet de eischen er aan gesteld, met ‘s menschen ontwikkeling en beschaving, verfijning en veredeling, voortdurend toenemen en klimmen, doch ook zijn eigen werking des te verhevener en genotvoller worden. Er ligt in dit opzicht een gansche afstand tusschen de eerste pogingen tot opluistering der nederlandschen Kristen-tempels en schrifturen, door bont- en goudkleurig schilderwerk, en de schoone kunstgewrochten der verschillende schilderscholen, later op Nederlands beweldadigen bodem ontsproten. En het is voor zijn bewoners van later dagen daarom de moeite overwaard, haar achtereenvolgende geboorte en veredelende werkzaamheid, tot beschaving en ontwikkeling van hun eigen kunstzin, verfijning van hun smaak, en verruimende loutering van hun gemoed, van meer nabij gâ te slaan. Vier eeuwen, met het vruchtdragendste gevolg, de gelukkigste uitkomst, aan de onverdroten beoefening der schilderkunst gewijd, zijn een schouwspel den landzaat des te verblijdener, als hij er de gedachte aan eigen grond meê paart, waar zooveel schoons tot stand kwam.

  1. Zie Moll, Kerkgeschiedenis van Nederland vóór de Hervorming, I, bl. 385, en verg. voor het oude iersche en angelsaxische schilderwerk, de rijke en kostbare verzameling in kleursteendruk, vóór weinige jaren te Londen uitgegeven, en in slechts 200 exemplaren verspreid.