Naar inhoud springen

Pagina:Van Vloten, Nederlands schilderkunst van de 14e tot de 18e eeuw (1874).pdf/133

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

wrochten zouden wellicht geheel in ’t vergeetboek geraakt zijn. Persoonlijk was hij, onder zijn kunstbroeders, zeer geacht, en trad o. a. in 1609 als deken der gilde op. Zijn vriendschap met Breughel strekte zich ook over beider huiselijk leven uit; in 1607, 1609, en 1613 traden zij of hunne vrouwen als peters of meters hunner weêrzijdsche kinderen op. In 1632 overleden, wijdden zijne kinderen, na den dood hunner moeder, in 1638, in de Sint Jacobskerk een gedenktafel aan beider gedachtenis: een Opstanding van hun vaders hand, waarop Van Dijk, die onder hem gewerkt en hem steeds lief gehouden had, beider portretten had geschilderd.

Onder de schilders, die met Van Baalen en Jan Breughel samen werkten, worden ook Sebastiaan Vrancx en Frans Franken genoemd. Met hun vieren wrochten zij in 1618 een zinnebeeldig blazoen voor de rederijkerskamer de Violet, waarmeê deze den prijs verwierf, door den Olijftak uitgeloofd. Frans was de kleinzoon van een uit Herenthals geboortig schilder, wiens zonen Frans en Ambrozius zich mede op ’t schildervak toeleîden. Hij zelf, in Mei 1581 te Antwerpen geboren, en eerst onder zijn vader gevormd – in onderscheiding van wien hij veelal “de jonge” genoemd wordt – ging vervolgens naar Italië, en keerde er in 1605 uit terug, om zich te Antwerpen als lid der gilde te laten inschrijven, wier deken hij 9 jaar later werd. Hij wijdde zijn meer net en sierlijk dan grootsch penseel aan gewijde en ongewijde kunst, en toonde zich een smaakvol kolorist en vaardig teekenaar. Kenschetsend voor zijn schildertrant zijn beide zijn Maria met het Kristuskind op ’t Trippenhuis,[1] en zijn Verloren Zoon in ’t Muzéum Van der Hoop. In het laatste vormt het in kleuren geschilderde hoofdtafreel het midden van ’t stuk, en is door een zestal grauw in grauw geschilderde tafreeltjens, verschillende tooneelen uit het leven van den deugniet voorstellende, omringd[2]. De aantrekkelijke wijs, waarop hij zijn beeldjens te

  1. Zie o. a. zijn hulde van Bacchus aan Diana op ’t Trippenhuis.
  2. Hetzelfde onderwerp, in denzelfden trant behandeld, vindt men van zijne hand in den Louvre.