Naar inhoud springen

Pagina:Van Vloten, Nederlands schilderkunst van de 14e tot de 18e eeuw (1874).pdf/134

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

penseelen wist, maakte hem zeer gezocht, om de landschappen en kerken van zijn kunstbroeders te stoffeeren, gelijk wij hem dan ook bij herhaling zien doen. Hij overleed in 1642. Zijn oom Jeroen, evenals zijn vader en zijn andere oom Ambrozius, eerst onder Frans Floris gevormd, ging daarop naar Italië, en hield zich vervolgens veelal in Frankrijk op, waar hij als “’s konings schilder” optrad, en in 1604 nog leefde. Slechts van 1590–1595 verbleef hij in Antwerpen. Voor den parlementsprezident De Thou schilderde hij, in Frans Floris’ trant, een Aanbidding der Herders, die echter verloren is geraakt, en wijdde zich verder vooral aan ’t portretschilderen, ’t zij van enkele personen, of bij groepen en vereenigingen. In den laatsten trant o. a. in 1602 zijn – thans mede verloren – afbeelding van den provoost der kooplieden en der schepenen van Parijs, en het uitvoerig tafereel van Karel V’s Afstand van den Troon, thans op ’t Trippenhuis. Omtrent Sebastiaan Vrancx heerscht, door ongeregelde naamsspelling, veel onzekerheid op ’t gebied der kunstgeschiedenis, in hoe verre hij al dan niet tot het geslacht dezer Franken mag behoord hebben. Wellicht was hij echter de zoon (of kleinzoon) van Pieter Francx, een koopman in zijden stoffen te Antwerpen – die in 1577 stierf – en zeker vóór 1568 geboren. In 1601 werd hij meester zijner kunst, in 1612 deken der gilde, en maakte bij de teekening van den gouden gildebeker, door Adr. Valk gedreven, en onder de kleinoodiën en snuisterijen van ’t gilde door Cornelis de Vos bij zijn portret van den gildebode afgebeeld. Met Frans Poêrbus schilderde hij dat uitvoerig bewerkte Hofbal bij Albert en Isabella, dat thans op ’t Mauritshuis prijkt, en van zijne hand is mede die geestige voorstelling eener schildergallerij (aldaar), met stukken van verschillende italiaansche en nederlandsche meesters behangen, en waarin Apelles, op den voorgrond, het portret van Alexanders liefste zit te schilderen. Te Rotterdam berust een krijgstafreeltjen – de plundering van een dorp – en twee met vlaamsche en hollandsche personen gestoffeerde stukjens van hem, gelijk een muziekgezelschap van Frans Franken. Hij overleed in 1627.