Naar inhoud springen

Pagina:Van Vloten, Nederlands schilderkunst van de 14e tot de 18e eeuw (1874).pdf/139

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

helling een derde herder met een hond laat zien; op den voorgrond een kleine waterval, en in ’t verschiet de onmisbare bleekblauwe berg. Mompeers koloriet is door den tijd wat verslenst, en zijn penseel over ’t algemeen meer luchtig dan krachtig. Zijn twintigjaar jongere vlaamsche kunstbroeder Roeland Savery, die in 1576 te Kortriijk geboren werd, liet zich tot zijn min of meer kunstmatige landschappen door de tiroler Alpen bezielen, en arbeidde vervolgens vooral voor den duitschen keizer Rudolf II, na wiens dood, in 1613, hij zich te Utrecht vestigen ging, en in 1639 overleed. Krachtig van toon, is zijn penseel door de bank wel wat plomp; dat hij ook mythologische onderwerpen niet versmaadde, toont zijn, thans op ’t Mauritshuis berustende, Orfeus die de wilde dieren door zijn snarenspel leidt. Zijn mechelsche evenouder, de in 1578 geboren David Vincbooms[1], die zich – als Hendrik met de bles een uil – een vinkjen op een boom-tak tot sprekend merkteeken koos, ging eerst bij zijn vader Filips – een niet onbekwaam schilder in waterverf – daarop te Antwerpen in de leer, maar verliet, met dien vader, tegen ’t einder der eeuw[2], Mechelen voor Amsterdam, waar hij zijn verder leven sleet. De Duitscher Rottenhammer stoffeerde veelal zijn landschappen, op welke hij boerenkermissen, jachten, en huiselijke tafreeltjens uit de evangelielegende voorstelde. Duitschland is rijker dan Holland of Brabant aan voortbrengselen van zijn penseel. Behalve een minbeduidend stukjen op ’t Mauritshuis, vindt men in ’t Trippenhuis echter een Prins Maurits, met zijn jachtstoet uit het Buitenhof rijdende, met Vijverberg en Binnenhof op den achtergrond. Een aantal jagers te voet en te paard, in een van klein gevogelte doorwemeld bosch, is in ’t bezit van den Hertog van Aremberg, en een vlaamsche kermis in ’t Antwerpsch Muzéum. Meer eigenlijk landschapschilder dan hij, was de in 1584 te Antwerpen geboren Jan

  1. Dat met zijn toenaam zoo dient te spellen, bewijst zoowel zijn te Munchen gelezen eigen teekening uit het jaar 1611, als het nagenoemde vinkjen.
  2. Van Mander schrijft “na zeven jaar”, dit zal echter wel zeventien moeten zijn.