Naar inhoud springen

Pagina:Van Vloten, Nederlands schilderkunst van de 14e tot de 18e eeuw (1874).pdf/140

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

Wildens, die zich eerst naar Mompeer, vervolgens naar Rubens vormde, wien hij in 1618, bij eenige zijner schilderijen – zijn Leeuwenjacht, Suzanna in ’t bad, en Hagar bij haar verstooting – voor zijn landschappen de hand leende. Italië bezocht hij niet, naar ’t schijnt, en stelde zich met de omstreken zijner vaderstad en de oevers der Schelde voor zijne bezieling tevreden. Van zijn eigen stukken is slechts weinig tot ons gekomen; zijn Twaalf Maanden, in Mompeers trant geschilderd, zijn te loor geraakt, en bestaan alleen in de plaatsneden, er door Matham, Hondius, en Stock naar genomen; en hetzelfde is met zijn aantrekkelijken ruiter, in 1650 door Hollar in plaat gebracht, het geval. Een boschrijk landschap, van een vlietend water doorstroomd en rijk met beeldjens bezet, is in de gallerij van bridgewater, en doet hem in zijn volle kracht kennen; het is warm van kleur en breed van uitvoering. Behalve Rubens leende hij ook anderen nog zijn penseel; gelijk Rombouts voor ’t landschap zijner Heilige Maagd met het Kristuskind te Antwerpen, en Snijders. Zoo bleef hij steeds voor persoonlijken arbeid minder tijd overhouden, al mocht hij zijn leven tot hooge jaren rekken, daar hij eerst in October 1653 verscheidde.

Rombouts, die in den zomer van ’t jaar 1597 geboren was, had eerst te Antwerpen het onderricht van een der laatste schilders in den italiaanschen trant, Abraham Janssens, genoten, en was daarop zelf naar Italië gegaan, waar de opzichtige stukken van Caravaggio nog altijd een grooten opgang maakten, hoewel hij zelf reeds in 1617 gestorven was. Hij sloot zich bij zijn volgelingen aan, en schilderde, in zijn trant, allerlei kroegtooneelen, waarin muzikanten zich lustig hooren lieten, en drinkeboêrs vaardig den wijnkan leêgden, maar alles vooral op bonte kleurwerking en ’t grilligste spel van licht en donker uit was. Daarbij wijdde hij echter tevens zijn penseel aan een twaalftal voorstellingen uit de Bijbelgeschiedenis, hem door een edelman opgedragen, en die hij naar den eisch volvoerde. In 1622 vinden wij hem verder te Piza werkzaam aan een thans te Kopenhagen berustend schilderstuk, dat het spiegelgevecht der ingezetenen afbeeldde, om de drie jaar ter ge-