Naar inhoud springen

Pagina:Van Vloten, Nederlands schilderkunst van de 14e tot de 18e eeuw (1874).pdf/158

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

dan die van ’t kerkleven alleen. Niets evenaart, in dit opzicht, in bevallige argeloosheid het weidsche binnenvertrek, met doorzicht op het helder knappend haardvuur in de rijk gestoffeerde keuken, waarin hij ons Kristus’ bezoek te Bethaniën schetst. Vriendelijk straalt er ’t zonlicht door ’t groote vensterraam, met zijn kleine in lood gevatte ruiten en ruime vensterbank, en een tweede daarachter, en beschijnt de grootste helft van ’t vertrek, waar de welaangename huisvriend tusschen de groote huisklok bij ’t raam en de hooge tafel gezeten is. Maria zit op eenigen afstand vóór hem, met een boek in de hand, op den grond; terwijl Martha, uit de keuken gekomen, aan de andere zij der tafel op den vloer staat, met Kristus in gesprek. Hij zit haar met welmeenende ernst te betoogen, dat maar één ding noodig is, en haar zuster ’t goede deel gekozen heeft; doch de kloekgebouwde, bedrijvige huisvrouw schijnt daar nog niet zoo aanstonds in te berusten, en is kennelijk van meening, dat ook haar stoffelijke arbeid recht van meêspreken heeft, dat het nog alles niet met lezen en mijmeren gedaan is; en wij zijn geneigd haar in dat recht te erkennen. Het stuk, dat met zulk een innemenden eenvoud, en zulk een uitstekende kunst, gepenseeld is, berust thans in den Louvre. Evenals zijn vader en beide Neeffsen, liet ook hij zijne beeldjens door deze en gene zijner kunstbroeders schilderen, maar leende ook hun zijn penseel, waar zij ’t voor hun bijwerk behoefden. Zoo schilderde hij o. a. in Engeland de uit- en doorzichten voor Van Dijks portretten van Koning Karel en zijne vrouw, en gaf ze Windsor-castle of Whitehall tot achtergrond, om ze zooveel te sprekender te doen uitkomen.

Bracht hij, even innememend als argeloos, huiselijke tooneelen uit het Bijbelland en den Evangelietijd, in dat van Vlaanderen en den zijnen over, een reeks vlaamsche schilders was op den duur, op ’t voetspoor van Boerenbreughel, met het schilderen van landelijke en huiselijke tafreeltjens bezig, waarin zij hun eigen landgenooten van stad en veld met den gelukkigsten uitslag in eigen landouw en omgeving lieten optreden, en zich, deels uitsluitend, deels ook minder bepaald, aan die