Naar inhoud springen

Pagina:Van Vloten, Nederlands schilderkunst van de 14e tot de 18e eeuw (1874).pdf/159

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

oorspronkelijk nedelandsche voorstelling van ’t alledaagsch bedrijf en leven wijdden, die, onder hen, in den tweeden Teniers haar toppunt bereikte. Adriaan van Staelbent, de oudste hunner, in 1580 te Antwerpen geboren, werd in 1610 als meester erkend en acht jaar later gildedeken. In zijn vaderland zijn weinig of geen zijner stukken van verschillenden aard bewaard gebleven, doch elders in Europa, van Madrid tot Kopenhagen, ofschoon mede niet in grooten getale, verspreid. Zij stellen ons, in beide laatste steden, een gezicht op zijn vaderstad, en een David en Goliath (onder medewerking van den jongen Breughel) voor; elders een Aanbidding der herders, een Godenfestijn, een rechtspraak van Midas, een paar rijk gestoffeerde landschapjens en – meer overeenkomstig de gemelde richting geschilderd – een Kersavond in een dorp, te Frankfort. Het best kenschetst hem echter, in dit opzicht, zijn druk bezochte Dorpskermis van ’t jaar 1620 (in de gallerij Suermondt te Aken). Met haar levendig koloriet, warmen toon, en geestige opvatting volstaat zij, om hem in al zijn eigenaardige kracht te doen waardeeren. In een boerendorp, van een vliet doorstroomd, woelt daar de menigte bont dooreen, terwijl een liereman en verschillende kermisgroepen in de nabijheid staan, een deftige heer en vrouw zich al wandelend vermeyen, en zich een drietal paarden in een vaartuig op ’t water laat zien. Alles even natuurlijk en waar. De schilder die, blijkens ’t opschrift van zijn grafsteen, eerst in 1662 overleed, werd even als Jordaens te Putten begraven.

Twee jaar jonger dan Staelbent, was David Teniers (de Oude), in 1582 te Antwerpen geboren, waar zijn vader, als handelsman gevestigd was, drie jaar vóór hem als meester aangenomen, na reeds met zijn 14e jaar als leerling ingeschreven te zijn. Het jaar daaraan, 12 Oct. 1608, huwde hij met Dymna Cornelisdr. (de Wilde), uit wie hem, 12 Dec. 1610, zijn beroemde zoon en naamgenoot geboren werd. Naar ’t schijnt, leî hij zich eerst op meer omslachtige bijbelsche tafereeltjens toe, en schilderde o. a. de zeven werken van Barmhartigheid voor de Sint Pauluskerk te Antwerpen. Daarop echter naar Italië gereisd, kwam hij te Rome met zijn zes jaar ouderen frankfoor-