Naar inhoud springen

Pagina:Van Vloten, Nederlands schilderkunst van de 14e tot de 18e eeuw (1874).pdf/178

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

het eerste en het laatste vertoeven en schilderen, bestudeerde te Venetiën met name Titiaan, en wist zich zoo allengs tot dien



grooten portretschilder te vormen, als welke hij eenige jaren later algemeen erkend zou worden. Omstreeks 1626 naar Antwerpen weêrgekomen, was een zijner eerste werken (1628) die verschijning der Drieëenheid aan den heiligen Augustinus, die daar nog altoos in de augustijner kerk prijkt, en die – niet in alles tot zijn voordeel – van niet minder beredeneerde studie dan toenemende begaafdheid getuigt. Natuurlijke waarheid en eenheid van werking zijn er beide door te kort gekomen, en slechts in de meesterlijke uitvoering van verschillende deelen laat zich de uitstekende kunstenaar erkennen, die ze wrocht. Even waar als edel van uitdrukking zijn o. a. de koppen van Augustinus en de aan weêrszijden van hem knielende Monica en Benedictus; de Engelen achter hem zijn niet minder dichterlijk dan zwierig; de Kristus zelf echter is wat kleur- en karakterloos, en verzwakt den indruk van ’t geheel. In ’t volgende jaar schilderde hij o. a. de heilige Rozalia