Naar inhoud springen

Pagina:Van Vloten, Nederlands schilderkunst van de 14e tot de 18e eeuw (1874).pdf/18

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

werkelijkheid doen zich die kleuren als met een doorschijnend waas aan ons voor, welks tinten, al naar den staat van den dampkring, elkander afwisselen en vervangen, en die hij dus, bij het teruggeven op paneel of doek, nauwlettend in ’t oog vatten moet. Ook de weêrkeerige werking der verschillende kleuren zelf mist haar invloed op hare wijziging en voorkomen niet, en moet niet minder het onderwerp zijner belangstellende aandacht uitmaken, zal zijn werk niet falen. Zoo leert hij allengs den eigelijken aard en den onderlingen afstand bevroeden van ’t geen hij voorstellen wil, en de doorschijnende stof kennen, die het in de natuur omwademt. Doorzichtkunde en weêrschijnkennis zijn hem onmisbare vakken van studie, om de kracht van zijn penseel en de deugdelijkheid van zijn gewrochten te bevorderen en verhoogen. Dikwerf hangt voor deze de belangrijkste werking van de welaangebrachte, schijnbaar onbeduidende tintwijziging van een bijkomend voorwerp af.

Waar teekening en koloriet in een eenstemmige verhouding samenwerken, de een van gelijk gehalte, volkomen evenredige kracht met het andere is, wordt het toppunt der kunst bereikt. Slechts zeldzaam is dat echter het geval, terwijl de schaal veelal naar de ene of andere zij overhelt, en òf de teekening voor ’t koloriet verwaarloosd wordt, òf de levendige waarheid van ’t koloriet voor de juistheid der teekening onderdoet. In de eerste onredzame proeven der schilderkunst — haast nog nauw zoo te noemen — laten beiden voorts nog maar al te veel te wenschen over, en treden ons de welmeenende, maar min geslaagde pogingen voor ogen, om van den levendigen indruk, op den nog onontwikkelden kunstzin gemaakt, met ongeoefende hand, in kleuren en omtrekken rekenschap te geven.

Zoo was het grootendeels met dat muurschilderwerk — al fresco, naar zijn italiaanschen kunstnaam — die met waterverf op kalk aangebrachte tafereelen[1], tot opsmukking der kerken

  1. Deze kalk wordt daartoe met wat zand vermengd, en daar zij bij ’t beschilderen nat moet zijn, telkens slechts bij kleine gedeelten op den muur gelegd, terwijl de verf, geheel getemperd, in al de noodige kleuren gereed gehouden en met spoed aangewend wordt.