Naar inhoud springen

Pagina:Van Vloten, Nederlands schilderkunst van de 14e tot de 18e eeuw (1874).pdf/186

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

er den voor haar liggenden ridder met bloemen, gelijk ons dat door Tasso beschreven wordt:

Zij strengelt, met een tooverenden spoed,
Wel zachte, ja, maar onverbreekbre boeyen;
Zij vlecht hem ’t snoer om hals en arm en voet.


Op Hamptoncourt zien wij het portret zijner bekende liefste Maragarethe Leman, schooner intusschen van natuur dan in kunst, en uit dit laatste oogpunt verre overtroffen door een paar eenvoudige studiën van haar minnaar, een ruiter te paard in olieverf, wit en zwart op grijzen grond, te Oxford, en die kleine ruiters in spaansche kleedij, met gepluimden hoed, op safraangelen grond op ’t paleis van Buckingham; een schets van maar twee voeten breedte en 10 duim hoog, maar door zijn geestige fijnheid van toets en schitterende oorspronkelijkheid van kleurschakeering, in belangrijkheid wellicht boven dat groote ruiterbeeld te Windsor te stellen, of het daarmeê overeenkomstige, maar ’t in kunstwaarde overtreffende op den Louvre zelfs, dat in der tijd door ’s Konings liefste van Frankrijk, Dubarry, aan de keizerlijke liefste veler Russen, Katharina II, voor groot geld ontkocht werd. Het laatste stukjen, naar men wil, door Van Dijck gepenseeld, is die slapende nymf in een avondlandschap, door Cupido bezocht, op Hamptoncourt. Hij overleed nauw 42 jaar oud, in December 1641. In zijn laatste levensjaren was hij met een britsche schoone van schotschen adel, Maria Ruthven getrouwd, met welke hij, nog kort voor zijn afsterven, een uitstapjen naar zijn geboortestad en Parijs maakte. Na zijn thuiskomst werd hij ziek, en bleek weldra door geen artsen noch artsenijen te genezen.

Van Dijck, Teniers, Rubens, Snijders, en Daniël Seghers – aan deze vijf namen en de verschillende vakken van schilderkunst, die zij vertegenwoordigen, hecht zich haast al wat wij nog verder van de vlaamsche schilderschool te doorloopen hebben, op twee weinig of niet behandelde onderwerpen na, zee- en watergezichten en krijgstooneelen. De laatste vinden wij ons in den loop dezer eeuw door twee schilders voorgesteld, Snayers