Naar inhoud springen

Pagina:Van Vloten, Nederlands schilderkunst van de 14e tot de 18e eeuw (1874).pdf/29

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

van gotischen bouwtrant, met blauw plaveisel, een tralieraam in den achterwand, en een houtvuur op den haard, ligt de Heilige, met de bisschopsmyter op en de handen gevouwen, in ’t witte doodsgewaad; twee geestelijken staan voor zijn legersteê, een derde beweent hem, en een vierde zit zich bij ’t vuur op een verguld houten bankjen te warmen. Een gele waskaars brandt boven den schoorsteen en verlicht een Mariabeeldjen, waarvan het de schaduw op den muur doet uitkomen. Op de laatste miniatuur ziet men een schaar ongelukkigen in een openstaande kerk hun gebed tot den Heilige richten: een kreupele komt genezen terug, een blind wordt ter genezing gebracht. Aan de rechterzij doet zich een gasthuis voor, waarin een zieke in zijn krebbe ligt, en een kreupele voortstrompelt. In het verschiet vertoonen zicht de straten van een stad, waar op den achtergrond, een dienstmeid bezig is water te putten. Alles, tot het minste bijwerk van den put en de putster, is met de zorgvuldigste netheid bewerkt, en de kunstenaar heeft zelfs niet verzuimd, zijne zieken en genezenen met de plaatjens voor hunne mutsen, de bekende Lazaruskleppen, of de platte houten lepels te voorzien, die hen als melaatschen kenmerken. — Filips’ Getijdeboek schijnt aan het penseel van den uitstekende brugschen “verlichter” Jehan Dreux te danken[1]; zijn anderhalfhonderd op grijs — en grisaille of camaïeu[2] — geteekende miniaturen doen van de keurigste kunstgaaf blijken. Zij openen met een twaalftal, de verschillende bedrijven en vermaken der twaalf maanden voorstellende, allen even keurig bewerkt. Onder de verdere, die ons herhaaldelijk het beeld van den Hertog zelf, in den gebede geknield, voor oogen stellen, munt al aanstonds de eerste, de heilige Veronica met haar bekende zweetdoek, door teekening en penseelbehandeling uit; niet minder de later volgende, voor een bidbank geknielde Maria, door Gabriëls blijde boodschap gezaligd, en de Drieëenheidsvoorstel-

  1. Pinchart, Archives des arts, sciences et lettres I. p. 201.
  2. De laatste naam is aan den bekenden tweekleurige Sardonyx-steen ontleend, in welken de zoogenoemde cameën gesneden worden.