Naar inhoud springen

Pagina:Van Vloten, Nederlands schilderkunst van de 14e tot de 18e eeuw (1874).pdf/51

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

Huisum denken. De Madonna in den Louvre heeft hetzelfde vlaamsche voorkomen als die te Brugge, maar haar fijne blonde lokken, op ’t voorhoofd door een zwart lint tegengehouden, golven in lange vlechten over haar schouders, en brengen ons den miniatuurschilder in de gedachten. Ook het kinderkopjen herinnert wel in zijn uitdrukking aan dat te Brugge, maar laat, onder zijn zachte en veerkrachtige huid, het vleesch als doorschemeren. Moeder en kind zitten in een gaanderij, die op drie gothische bogen uitloopt, en waarachter zich een tuin vertoont met leliën en ander gebloemte beplant, en van pauwen en eksters doorschreden. Op den achtergrond vloeit een rivier tusschen heuvelen, waarop zich een kasteel met hoekige daken en sierlijke torentjens verheft; ter rechterzij ziet men een stad met kaayen, straten, kerken, en huizen, en een drom van inwoners, slechts met het vergrootglas te onderscheiden; aan de linkerzij een lachend landschap, waarin zich in de verte deels blauwende, deels sneeuwige bergen voordoen. ’t Is vooral de fijnheid van teekening van al deze kleine bijzaken, die het stuk een hooge kunstwaarde geven, en het penseel van den miniatuur-schilder voor ons geheugen herroepen.
Een opmerkelijk, hier tot dusver nog niet vermeld stuk, van grooten omvang prijkt in ’t Muzæum te Madrid, na vroeger de hoofdkerk van Palencia versierd te hebben. Het stelt den Triomf der Kerk over de Synagoog voor, in drie boven elkander gestelde verdiepingen. Een gothisch verhemelte van den zuiversten stijl verheft zich, in de bovenste der drie, op den achtergrond, terwijl op den voorgrond twee slanke torentjens prijken. Onder dat verhemelte troont de Verlosser der wereld, met mantel en kroon versierd, in zijn linkerhand een scepter, terwijl de rechter naar de aarde is uitgestrekt; aan zijn rechter- en linkerzij zitten de Moedermaagd, in de Heilige Schrift lezende, en Johannes, die de Openbaring schrijft. Het Lam ligt vóór den Kristus op de trappen van den troon, en de zinnebeelden der Evangelisten zijn aan weerszijden afgebeeld. Uit de voetbank voor den troon vloeit een beek, welker water een rijkbebloemd veld, in de tweede afdeeling, doorvliet, waar twee groepen Engelen, met stem en instrumenten,