Naar inhoud springen

Pagina:Van Vloten, Nederlands schilderkunst van de 14e tot de 18e eeuw (1874).pdf/53

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

oorspronkelijkheid der vlaamsche en hollandsche schilderkunst in uitkomt, die zich — naar Taines uitdrukking[1] — ook door ’t meest alledaagsche en onhebbelijke van ’t leven niet laat afschrikken noch van de wijs brengen.

Als eigenlijk kweekeling der Van Eycks, met name van Huibert, heeft zich welbeschouwd alleen Pieter Krist of Kristi doen kennen, hoeveel anderen men vroeger ook tot hun leerlingen heeft willen maken, en hoezeer gewis de studie hunner werken op die anderen ook van invloed geweest is. Te Baerle in Brabant, in ’t laatst der 14e eeuw geboren, schilderde hij in 1417 reeds, naar den nieuwen trant, met olieverf. Later — in 1443 — vinden wij hem te Brugge, waar hij den 6en July van ’t volgende jaar burger werd. In 1446 vervaardigde hij het portret van den Engelschman Edward Grinston, in 1449 het huwelijk der H. Godeberta[2]. Fraayer dan dit is echter een ander tafreel van zijne hand, thans in Städels stichting te Frankfort, en dat de heilige maagd met het Jezuskindjen voorstelt, door St. Hieronymus en St. Franciscus gehuldigd. Het verhemelte, waaronder de groep zich vertoont, en het landschap, waarop men door een open deur het oog heeft, zijn geheel in vlaamschen stijl. De omtrekken zijn zeker wat hard, maar de krachtige, ofschoon wat donkere tinten, en de schoonheid van ’t vleesch, ofschoon mede wat sterk geschaduwd, kenmerken den maker als een volgeling van Huibert van Eyck. Hetzelfde karakter uit zich ook in een altaarstuk te Madrid, dat in vier afdeelingen de Begroeting, ’t Bezoek van Elizabeth, Kristus’ geboorte, en de drie Koningen schetst. Ten onrechte heeft men den schilder langen tijd met meester Pieter Kristoffelsz. van Keulen verward, die daar in 1471 bij de Karthuizers werkzaam was. Hij schijnt steeds te Brugge verbleven te zijn, waar hij ook in 1463 een zoogenoemden Boom van Jesse schilderde. Een ander schilderij, te Frankfort

  1. Philosophie de l’art, etc, p. 54: “vous croiez que l’artiste vise au laid de parti pris: la vérité est qu’il n’est point rebuté par les trivialités et les irrégularités de la vie.”
  2. Zie dit laatste thans afgebeeld en beschreven in De Kristelijke Kunst in Vlaanderen en Holland (Amsterdam, Buffa, 1873).