Naar inhoud springen

Pagina:Van Vloten, Nederlands schilderkunst van de 14e tot de 18e eeuw (1874).pdf/64

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

uitmaakte. Het stuk is echter, evenals ettelijke andere schilderijen, later in ’t ongereede geraakt. Daaronder ook een kruisiging, die hij voor de St. Jakobskerk schilderde, en die, na door de beeldschuwe Geuzen met een laag zwarte verf overdekt, en door een tafel der Tien Geboden in gouden letters vervangen te zijn, vervolgens weêr, zoo goed doenlijk, hersteld was. In 1468 werd hij naar Brugge geroepen, om er in de huwelijksfeesten van Karel den Stoute en Margaretha van York te deelen, en bereidde daarna ook te Gent alles voor, om hen met weelderigen praal te verwelkomen. Als kunst-, blazoen- en wapenschilder teffens werkzaam, tooide hij markten en straten in de schitterendste kleuren, en beschilderde breede stukken doeks, tot opluistering van het feest. Van 1472 tot 1474 is hij als oudste der gilde werkzaam, en wordt dan eensklaps van een wereldschuwen zin bevangen, die hem zijn toevlucht tot een klooster doet nemen, zonder hem tot rust te kunnen brengen. Als wijdvermaard meester in zijne kunst, blijft hij echter steeds gevierd en ontvangt hooge bezoekers, die zijn werk komen bewonderen. De agent der Medicis te Brugge, Tomas Patinari, die lang in Vlaanderen huisde, zette zoowel hem als Memling aan ’t werk. Daaraan danken wij ’t, dat te Florence althans dat groote outerstuk — de geboorte van Kristus — bewaard bleef, dat hem in zijn volle waarde doet kennen. Door een treffende lichtwerking verspreiden de stralen, die van ’t jonggeboren Kristuskindjen uitgaan, hun gloed over Maria en Jozef, de eene in vroom gebed verzonken, de ander tegen een pijler geleund. Niet ver van daar ziet men drie herders, twee zingende Engelkooren, en een schaar van Hemelgeesten, die, zich in ’t zwerk verheffende, in ’t doorschijnend avonddonker nauwlijks zichtbaar zijn. In ’t verschiet vertoont zich een nederlandsche beemd, met wat vlaamsche boerenhuizen en een hoogte, waarop een Engel den herders de geboorte des Heeren aanzegt. Hoewel de rijke dosch der personen, en een vaas met bloemen, die er zich voordoet, niet van overlading zijn vrij te pleiten, is de uitvoering toch zoo keurig en fijn, als zich van den kunstvaardigsten vlaamschen meester maar verwachten liet. De zij-