Naar inhoud springen

Pagina:Van Vloten, Nederlands schilderkunst van de 14e tot de 18e eeuw (1874).pdf/70

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

algemeen bekend en werkzaam, en om zijn kunstgaaf ook buitenaf vermaard. Was hij dezelfde met dien Gerard Jan-Davidsz. van Oudewater, die zich in de jaren 1483—1523 te Brugge ophield, en in wien men dan tevens dien Oûwater der overlevering zou moeten hervinden, die anders voor zijn leermeester doorgaat? Men moet dan veronderstellen, dat hij van Haarlem naar Vlaanderen vertrokken, en daar in hoogen ouderdom overleden is, al meldt ons Van Mander, dat hij reeds op zijn 23e jaar stierf. Men zou dit laatste dan voor ’t jaar moeten houden, waarin hij de Sint Jans Heeren verliet, om naar Brugge te gaan. Zeker is het, dat, naar Van Manders getuigenis[1], de omstreeks 1475 geboren Jan Mostaert zeide, hem noch Oûwater ooit gekend te hebben. Van beider werken vermeldt hij een en ander, dat òf bij den beeldstorm vernield òf door de Spanjaards na ’t beleg der stad in 1573 is weggeroofd. Alleen in de Groote Kerk is nog altoos een “conterfeitsel” dier kerk van Geertjens hand te zien, “zeer vast en aardig gehandeld”. Van Gerard Jan-Davidsz. weten wij, dat hij in 1484 als vrijmeester in de St. Lukas en Eligiusgilde optrad, in 1496 met een middelburgsche schoone huwde, die hij in de omgeving zijner Moedermaagd — thans te Roaan — afbeeldde, en in Aug. 1523 overleed. In 1488 werd hem eene voorstelling van den eervergeten Rechter besteld, die hij op twee paneelen in 1498 voltooide, en die thans nog te Brugge gevonden wordt. Als kleurder of verlichter werkte hij in ’t bekende Brevier te Venetiën, en ’t Getijdeboek van Karel V’s moeder mede; en zijne Maria met het Kristuskindjen, in de verzameling van den Bn Oppenheim te Keulen[2], is dan ook volkomen geschikt, ons den overgang van het miniatuurpenseel tot dat van den eigenlijken schilder te doen kennen. Op een zodenbank, waarnaast een lelie en ander gebloemte prijkt, zit er de maagdelijke moeder, met haar min of meer misteekend kindjen, terwijl de achtergrond door een boomrijk landschap met stroomend water, en een klooster, kasteel en gebergte in ’t verschiet gevormd wordt. Vóór Geertjen en (of van) Oûwater wordt nog zekere “Dirk de

  1. Schilderboek, f. 128b
  2. Afgebeeld in De Kristelijke Kunst in Vl. en Hd.