Naar inhoud springen

Pagina:Van Vloten, Nederlands schilderkunst van de 14e tot de 18e eeuw (1874).pdf/81

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

der Van Eicks voor zich te doen naschilderen, waarvan hij zich meesterlijk kweet.

Lambert, in 1505 te Luik geboren, wiens toenaam Lombard reeds zijn verhouding tot het Zuiden aangeeft[1], zette zich, na zijn wederkomst vandaar, even buiten zijn vaderstad neêr, en zocht er in italiaanschen trant als schilder en opleider te werken. Van zijn eigen kunst ging ’t meeste bij oorlogstooneelen, waaraan Luik in de vorige eeuw tot schouwplaats strekte, te loor; zij kenschetste zich door haar oudheidkundigen meer dan vindingrijken en levensvollen aard, en was ook op anderen in dien zin werkzaam. “Gij moet uit een ander glas drinken”, plag hij tot zijn nederlandsche leerlingen, met betrekking tot Italië te zeggen, en bewoog daaronder ook den jongen Frans Floris (de Vriend) van Antwerpen (1520-1570) de kunstreis derwaarts te doen. Deze nam er – naar Van Manders verzekering[2] — zijn tijd wèl waar, “conterfeitende alles, waar zijn geest welgevallen in had, meest met rood krijt, gelijk verscheiden naakten uit Michel-Angelo’s Laatste Oordeel, en antieken, die zeer kloek geartseerd en behandeld waren”. Kracht was dan ook steeds de kenmerkende eigenschap van zijn penseel, dat alles met dezelfde stoutheid en ’t zelfde gemak tevens behandelde, en — in spijt zijner ongebonden spilzieke levensmanier[3] – uitermaten vruchtbaar was. In Antwerpen gevestigd, hielp hij tal van leerlingen vormen, die zijn tweeslachtigen, half-vlaamschen half-italiaanschen trant navolgden en verspreidden. Hij zelf had altijd groote kerkwerken, als outerstukken en derg., onderhanden, die zich echter — naar hun halfslachtige natuur — meer door uiterlijk vertoon dan innerlijke waarde onderscheiden. Zijn Val der Engelen op ’t Muzæum te Antwerpen doet hem in al zijn kracht, en zwakheid tevens, uitkomen. Daar is te zien “een zeldzaam getuimel en vallen ondereen van verscheiden naakten der booze geesten”, met een opmerkelijke studie van muskels en spieren; “daar komt ook in de draak met de zeven hoofden, welke hoof-

  1. Zijn eigenlijke toenaam was Susterman.
  2. Schilderboek, f. 159a.
  3. Staaltjens daarvan zie bij Van Mander f. 169.