Pagina:Vergif.djvu/123

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
125

zulk een afgrond van vermetelheid en oproerigheid moest openbaren!

"Zijn moeder heeft een erg oppositioneel karakter," wierp Aalbom voorzichtig, en ter zijde heen; hij wist in welk hoog aanzien mevrouw Wenche bij den rector stond.

Maar deze keek naar den anderen kant en antwoordde niet; hij dacht op eens aan het laatste gesprek na het diner bij den professor.

Daarom ging hij liever niet naar de Lövdahl's, zooals oorspronkelijk zijn plan was geweest; maar hij schreef een hoogst ernstigen brief aan den professor, legde de zaak uit en gaf als paedagoog en als veeljarig huisvriend zijn overtuiging te kennen, dat men slechts door inachtneming van de grootste gestrengheid en door het zoo ernstig mogelijk op te vatten de kwade kiemen kon smoren, die, helaas, in het karakter van hun lieven Abraham aan het licht waren gekomen.

Professor Lövdahl kreeg dien brief in zijn consultatieuur tusschen twaalf en één; en hij ontstelde zóó dat hij alle patiënten die tot morgen konden wachten, wegzond en zich haastte om met de anderen gedaan te maken.

Het was nooit in hem opgekomen dat zijn zoon zich zoo zou kunnen misdragen. Zelf was hij welopgevoed en correct door het leven gegaan. Eigenlijk gekropen had hij nooit; dat kon niemand