16
aan 't andere eind van de kamer en achter den katheder.
Abraham ontwikkelde inderhaast zijn plan. Zoodra de vertoornde Achilles het teeken gaf, zouden zij den oorlogskreet aanheffen, Morten de Reactionnair zou de deur openen, de boogschutters en slingeraars zouden een regen van pijlen en steenen uitzenden, terwijl de ruiterij, gevolgd door de zwaar gewapende voetknechten, zich op den vijand zou werpen om hem van de hoofdtrap af te snijden; daarna zou men rustig en gemakkelijk de uiteengeslagen stinkdieren kunnen vermeesteren en hen een voor een terechtstellen.
Alles was klaar en in den algemeenen ijver lette niemand er op dat het daar buiten in de gang heel stil was geworden. De vertoornde Achilles zette zich te paard en plotseling hieven de latinisten hun vreeselijken strijdkreet aan. Morten de Reactionnair trok de deur open, een regen van projectielen verduisterde de lucht; speerknechten en aanvoerders rukten in looppas uit, maar aan het hoofd van alleen dreef de vertoornde Achilles zijn paard aan en zwaaide zijn zware lans.
Maar een stilte—plotseling, scherp als een bliksemstraal van den hemel,—diep en van onheil zwanger als kwam zij uit de onderwereld—verving het woeste wapengekletter en deed de