Pagina:Vergif.djvu/149

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
151

nu het overgangsexamen naderde, werkte hij meer dan hij ooit gewerkt had.

Mevrouw Wenche pleegde altijd het plechtige examenfeest bij te wonen. Van de vroegste jeugd van haar zoon af, was het een genot voor haar geweest om daar te zitten wachten op zijn naam, te zien hoe hij voor den katheder kwam, de groote gedragslijst in ontvangst nam en zijn kleine buiging maakte, waar zij zelf altijd met het hoofd in deelde.

Maar nu zij dit jaar haar man een witte das om zag doen om als schoolraad te fungeeren,—vroeger had zij altijd gemeend dat hij, evenals zij, uit belangstelling voor hun kleinen Abraham ging,—nu kwam het haar zoo leelijk voor dat de ouders slechts dien enkelen keer bij het slotfeest bijeen kwamen; terwijl zij anders de arme kinderen het heele jaar door voor evenveel lieten loopen.

Zij wilde niet langer meedoen in die komedie om haar man daar, ten bewijze van de deelneming der ouders in de school, te zien zitten in een stoel met een hoogen rug naast den burgemeester; en evenmin wilde zij haar tranen mengen met die van de onnadenkende moeders, die daar zaten te huilen over de mooie woorden van den rector, als hij roerend sprak van de school en het te huis, en het te huis hier namaals.