Pagina:Vergif.djvu/150

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
152

Daarom liet zij den professor alleen gaan met Abraham zonder eenige reden op te geven; maar de professor begreep en vroeg daarom niets.

Intusschen dreigde haar voormiddag heel vervelend te worden; zij had evenwel weinig lust in dat schoolfeest; zij was besloten en zij wilde niet. Eindelijk nam zij hoed en parasol om een groote wandeling te gaan maken; het was den 13den Juni en helder mooi zomerweer met noordenwind.

Zij ging in de richting van de nieuwe fabriek. Michal Mordtmann had haar al zoo vaak gevraagd om eens buiten te komen kijken, om haar al zijn heerlijkheden te kunnen wijzen.

Zij ging er zorgeloos heen; het was immers alles eerlijk; alle menschen waren er al geweest en daarbij—wat kon het haar schelen?

Toch was zij niet geheel vrij van een beetje hartklopping, toen zij op den heuvel stond en af moest dalen in de buiging tusschen de hoogten, waar de nieuwe gebouwen opgericht werden.

Zij ontdekte hem al op verren afstand. Hij stond daar heelemaal beneden aan de kaai op een groot gehouwen granietblok; in de eene hand hield hij een rol teekeningen, met de andere wees hij aan, zijn bevelen gevend aan de arbeiders die bezig waren ijzeren platen met een kraan uit een veerboot te lichten.