Pagina:Vergif.djvu/195

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
197

De meesten waren namelijk van opinie dat, zou het onderwijs in de christelijke leer van pakkende beteekenis zijn voor het gemeenteleven,—dat dan in de allereerste plaats het leerboek voor allen hetzelfde moest wezen; en daarom onderwezen zij volgens de uitgave van Pontoppidan's belijdenis die het laatst en bij koninklijk besluit verschenen was en duldden zij geen andere.

Maar Sparre nam wat men hem presenteerde, als zij het maar flink van buiten kenden. Daarom moest hij wonderlijk goed op de hoogte zijn van de bijzondere, zoowel als van de oude en de nieuwe uitgaven, opdat hij niet alleen de vragen kon stellen, maar ook "op weg helpen" met het antwoord.

Terwijl hij het verschil tusschen de uitgaven en de verklaringen uitlegde, bedacht de proost zich hoe hij dat jaar één heel ongelukkig aannemeling had. Dominé Martens had hem in de consistoriekamer voor een onverbeterlijken idioot uitgemaakt.

Het was een groote forsche jongen van achttien jaar, die als een boom boven de anderen uitstak en die al meer dan eens het droge vereenigingslokaal vervuld had met de onderdrukte pret over zijn voorbeeldelooze domheid.

De proost zelf twijfelde. Maar hij sloeg hem toch nauwkeurig gade en luisterde ernstig naar